Belastingambtenaren en integriteit
Summary
SAMENVATTING
Het functioneren van de Belastingdienst, als onderdeel van het openbaar bestuur en uitvoerende dienst van het Ministerie van Financiën wordt voor een belangrijk deel bepaald door de mate van integriteit van ambtenaren. Integriteit houdt in dat voldaan moet worden aan geldende morele normen en waarden, standaarden en regels. Als een organisatie of individu deze regels in negatieve zin overtreedt, is er sprake van een integriteitsschending. Het tot stand komen van een integriteitsschending hangt nauw samen met de wijze waarop ethische besluitvorming tot stand komt en heeft betrekking op de moraal van het individu.
De volgende vraag staat centraal binnen dit onderzoek:
Welke integriteitsrisico’s zijn bij de (verschillende groepen) Belastingdienst(ambtenaren) te benoemen en hoe kan met behulp van deze kennis het integriteitbeleid van de Belastingdienst verbeterd worden?
Om inzicht te krijgen in zowel het gedrag op het gebied van integriteit als de beleving van het onderwerp heeft er een documentanalyse plaatsgevonden en zijn er semi-gestructureerde diepte-interviews gehouden met ambtenaren. Dit onderzoek kan getypeerd worden als een casestudieonderzoek met een theoretisch en een empirisch deel. De kern van de theorie is een theoretisch model waarin, vanuit een institutioneel perspectief, factoren gepositioneerd zijn die van invloed zijn op de ethische besluitvorming (zie pag. 32). De kern van instituties bestaat uit waardengebonden gedrag dat tot uiting komt door middel van regulatieve, normatieve en cultureel/cognitieve elementen.
De belangrijkste samenvattende conclusie uit het onderzoek is dat binnen de Belastingdienst/Utrecht-Gooi uitingen op het gebied van integriteit die passen binnen de regulatieve pilaar, het meest dominant aanwezig zijn. Dat wil zeggen een focus op het naleven van regels en het monitoren en bestraffen van ongewenst gedrag. Met name uit de interviews blijkt dat medewerkers zowel bij het beschrijven van hun interpretatie van het begrip integriteit als in het benoemen van het aanwezige beleid erg de focus leggen op de regels en het schenden hiervan. Dit ondanks het feit dat er veel waardengeoriënteerd beleid beschikbaar is. De inhoud hiervan lijkt echter niet voldoende effect te hebben. Hierdoor ontstaat het risico dat de grote focus op ‘compliance’ ongewenste negatieve gevolgen hebben.
Uit de resultaten komt ook naar voren dat op het gebied van bespreekbaarheid, transparantie en duidelijkheid, de aanwezige ethische cultuur te kort schiet.
Voorgestelde verbeteringen van het integriteitsbeleid betreffen het actief inzetten van de transformationele rol van de leidinggevende. Uit het onderzoek blijkt dat deze rol goed inzetbaar is bij het verder verbeteren van de ethische cultuur ter ondersteuning van de integriteit van de organisatie.