Samen veiligheid creëren Een onderzoek naar de voorwaarden waaronder cocreatie tussen burgers en politie gerealiseerd kan worden
Summary
In dit onderzoek is ingegaan op de vraag hoe de politie kan inspelen op de wensen van burgers rond cocreatie. Het Centrum Versterking Opsporing (CVO) van de politie heeft in 2011 een Strategie Aanpak Criminaliteit opgesteld waarin de ambitie om te cocreëren met burgers wordt uiteengezet. Aan de hand van eerder onderzoek dat bij het CVO heeft plaatsgevonden is de vraag gerezen hoe de burger denkt over deze intensieve vorm van samenwerking -cocreatie- en hoe deze, afgestemd op de behoeften van burgers, gerealiseerd kan worden. De verwachting is geweest dat er bepaalde voorwaarden bestaan die deze intensieve samenwerking mogelijk maken, en dat de politie op deze voorwaarden kan inspelen. De onderzoeksvraag luidt als volgt: ‘Onder welke voorwaarden zijn burgers bereid deel te nemen aan cocreatie-projecten en hoe kan de politie deze voorwaarden beïnvloeden?’.
Het onderzoek is gestart met een theoretische verkenning van samenwerking tussen politie en burgers. Hierbij is een focus gebracht op de meest intensieve vorm van samenwerking; cocreatie. Tijdens deze theoretische verkenning is gekeken welke mogelijke samenwerkingsvormen kunnen bestaan. Uiteindelijk is hier de participatieas gepresenteerd. Links op deze as staan burgers die onderling ‘content en beleid’ creëren, rechts op de as staat de overheid die ‘content en beleid’ creëert. Op het midden van de as is sprake van een gelijkwaardige inbreng, op dat moment vindt cocreatie tussen burgers en de overheid plaats. Binnen de creatie van beleid zijn diverse fasen waar te nemen waar de samenwerking kan plaatsvinden. De fasen die waar te nemen zijn bestaan uit: de agendavorming, beleidsvorming, dienstverlening of handhaving.
Aan de hand van de literatuur is eveneens naar voren gekomen dat er twee soorten voorwaarden bestaan waaronder burgers zich kunnen inzetten voor de veiligheid. Deze voorwaarden kunnen ingedeeld worden naar voorwaarden vanuit de burger en voorwaarden vanuit het project (in sommige gevallen georganiseerd door de politie). De voorwaarden vanuit de burger gaan over dat burgers willen én kunnen deelnemen. Hierbij gaat het om hoe de burger in relatie staat tot zijn omgeving. Hier vallen de betrokkenheid met de wijk, de mening over de politie en (last van) de criminaliteit en/of overlast in de wijk mee samen. De voorwaarden vanuit het project bestaan uit voorwaarden die vanuit de politie gefaciliteerd kunnen worden. Hier gaat het om de zeven volgende voorwaarden: participatie en samenwerking; middelen; betrokkenheid bij beleid/steun; communicatie; context; methode; en continuïteit. De eerste voorwaarde participatie en samenwerking gaat over het gegeven dat burgerparticipatie betrokkenheid vereist van de deelnemers en deze voorwaarde betreft ook de relatie tussen de partners binnen het project. Middelen hebben betrekking op zaken waardoor het werk eenvoudiger kan worden uitgevoerd, zoals geld of professionele hulp. De derde voorwaarde betrokkenheid bij beleid, of wel de steun voor de participatie, gaat over het bestaan van een open participatiecultuur. De vierde voorwaarde communicatie gaat over de informatieverstrekking rondom en binnen het project. De vijfde voorwaarde context gaat over het kader waarbinnen de samenwerking plaatsvindt. De voorwaarde methode gaat over de juiste manier om het probleem aan te pakken. De voorwaarde continuïteit gaat over de vraag of het probleem opgelost is na het project, en of het project overgenomen kan worden door burgers.
Aan de hand van deze theoretische verkenning zijn deze voorwaarden vanuit de burger en voorwaarden vanuit het project onderzocht in vijf cases waarin op een variërende manier werd samengewerkt tussen burgers en de politie.
Het is gebleken dat er talloze manieren van samenwerking bestaan tussen burgers en politie. Daarnaast bestaan diverse manieren waarop cocreatie kan plaatsvinden. Cocreatie tussen burgers en de politie kan plaatsvinden tijdens de agendafase, beleidsvorming, dienstverlening en handhaving. Naast cocreatie tussen burgers en de politie, is ook sprake van cocreatie tussen burgers onderling waarbij de politie een minimale rol speelt.
Concluderend kunnen aan de hand van de verschillende cases de volgende voorwaarden voor het bestaan van samenwerking worden geschetst. De weergave van deze voorwaarden betekent niet dat gepretendeerd wordt dat alle mogelijke voorwaarden nu ter kennis genomen zijn. Deze gepresenteerde voorwaarden zijn echter in de cases opgevallen, en op basis van deze punten kan de politie gericht actie ondernemen.
Voorwaarden ‘vanuit de burger’ om te participeren in een cocreatie-project:
Burgers in relatie tot hun omgeving:
-Burgers die zich willen inzetten voor de veiligheid voelen zich sterk verbonden met de wijk waarin het project plaatsvindt, deze binding komt tot stand doordat zij er wonen of werken.
-Burgers ondervinden overlast in de wijk, zoals problemen met hangjongeren. Soms is er geen sprake van overlast, maar van criminaliteit. Het verschilt per burger wat onder overlast en criminaliteit wordt verstaan. Burgers willen actie ondernemen om deze overlast of criminaliteit aan te pakken.
-Burgers die willen cocreëren hebben zowel positieve als negatieve gevoelens over de politie. Het is interessant te constateren dat burgers die zelf een project gestart zijn zeer negatief zijn over het optreden van de politie.
De motieven van burgers:
-Burgers willen cocreëren om diverse redenen. Zo kunnen zij een eigenbelang hebben, waarbij zij zelf last ondervinden van bijvoorbeeld inbraken en toekomstige inbraken willen voorkomen. Daarnaast is sprake van een publiek belang, waarbij de burger zich wil inzetten om de samenleving veiliger te maken.
-Elke burger heeft meer dan één reden om zich in te zetten voor de veiligheid. Bijvoorbeeld de reden een concreet probleem in de wijk te willen oplossen en tegelijkertijd willen zorgen voor een lastenverlichting voor de politie.
Voorwaarden ‘vanuit het project’ die gefaciliteerd kunnen worden door de overheid:
-Participatie en samenwerking
Burgers willen tijd besteden aan de realisatie van veiligheid, maar de hoeveelheid tijd moet wel in verhouding staan tot de uitkomsten. Zo willen burgers dat de bijeenkomsten constructief verlopen. Burgers willen de politie kennen. Zo geven burgers aan dat zij het fijn vinden persoonlijk contact te hebben met de wijkagent.
-Middelen
Burgers geven aan op verschillende manieren geprikkeld te worden hun inzet te blijven vervolgen. Bijvoorbeeld door het krijgen van informatie over de gebeurtenissen in de wijk.
-Betrokkenheid bij beleid/steun
Burgers vinden het belangrijk dat er in de projecten voldoende ruimte is om ideeën aan de politie over te dragen. Zij willen hier graag aparte momenten voor.
-Communicatie
Burgers willen weten wat gebeurt met hun inzet. Communicatie over het vervolg van het project vinden zij belangrijk. Zij willen bijvoorbeeld weten wat de resultaten zijn van het project. Burgers willen graag op een persoonlijke wijze communiceren met de politie. Zo vinden zij het fijn als dit face-to-face gebeurt.
-Methode
Burgers willen ook cocreëren wanneer zij sceptisch zijn over het resultaat van het project. Burgers nemen ook deel aan projecten wanneer zij verwachten dat er geen of negatieve resultaten zullen zijn.
-Continuïteit
Burgers geven aan te denken dat wanneer het project stopt de problemen in de wijk zullen toenemen. Zo zouden er meer inbraken worden gepleegd wanneer een project stopt.
Over de voorwaarde context zijn geen eenduidige conclusies te trekken. Het verschilt per burger wat zij belangrijk achten in de context van het project.
Aan de hand van de weergegeven conclusies zijn de volgende zes praktische aanbevelingen aan het CVO geformuleerd:
1. Richt je op burgers die een binding voelen met de betreffende wijk en die overlast meemaken
Burgers die met de politie willen cocreëren, wonen of werken in de wijk waar het project of de actie plaatsvindt (of hebben dit gedaan). Het is dus nuttig als de politie zich richt op deze burgers. Daarnaast zijn burgers die zelf overlast ondervinden van gebeurtenissen in de wijk bereid zich in te zetten voor de veiligheid.
2. Waardeer de tijd van burgers extra
Wanneer de politie dit doet worden burgers geprikkeld om zich nog meer in te zetten.
3. Investeer in een goede relatie tussen burger en politie
Burgers willen graag persoonlijk contact met de politie. Voor cocreatie is een goede relatie tussen burger en politie essentieel.
4. Creëer ruimte voor ideeën
Cocreatie gaat uit van gelijkwaardigheid, waarbij sprake moet zijn van een participatiecultuur waarbij de overheid open staat voor ideeën vanuit burgers. Het is nuttig om hier een moment voor te creëren zodat burgers de meerwaarde zien van participatie.
5. Communiceer met de burger
Burgers geven aan wensen te hebben over de communicatie met de politie. Zij willen kennis en informatie over de gebeurtenissen in de wijk, de gebeurtenissen binnen en resultaten van het project en wat gebeurt met hun ideeën en inbreng. Een persoonlijke manier van communicatie wordt gewaardeerd. Burgers voelen zich zo gewaardeerd.
6. Richt je mede op burgers die niet alleen overtuigd zijn van positieve resultaten van het project
Burgers hoeven wanneer zij cocreëren met de politie niet per definitie overtuigd te zijn van het goede resultaat van het project. De politie kan dus ook deze sceptische burgers benaderen.
Met deze aanbevelingen kan de politie cocreatie tussen burgers en politie vorm geven.