Medisch specialisten in de ban van prestatie-indicatoren
Summary
Sinds de invoering van de Kwaliteitwet Zorginstellingen in 1996 is er in toenemende mate aandacht voor het systematisch verzamelen van gegevens over de patiënt. Via een kwaliteitsmanagementsysteem hielden ziekenhuizen indicatoren bij over het proces, de structuur en de uitkomst van behandelingen. Na een aantal jaren werd duidelijk dat de Kwaliteitswet Zorginstellingen niet het beoogde effect had, omdat de kwaliteitsmetingen te veel gericht waren op de eigen organisatie en gegevens bovendien niet goed vergelijkbaar waren. In 2006 werd de nieuwe Zorgverzekeringswet ingevoerd. Via deze wet werd van zorgverzekeraars verwacht dat zij hun inkoopbeleid gingen baseren op een vergelijking van kwaliteit. Dat kan alleen als er adequate informatie beschikbaar is. Zodoende werden er externe prestatie-indicatoren ontwikkeld, zodat ziekenhuizen dezelfde dingen zouden gaan meten en zodat de inspectie, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen vergelijkbare kwaliteitsgegevens binnen zouden krijgen. Op de werkvloer worden medisch specialisten dagelijks geconfronteerd met deze prestatie-indicatoren. Beroepsverenigingen, zorgverzekeraars en de inspectie ontwikkelen soms afzonderlijk van elkaar prestatie-indicatoren, waardoor er verschillende indicatorensets ontstaan. Dit zorgt niet alleen voor extra administratieve lasten, maar mogelijk ook voor een beperking van de professionele autonomie van medisch specialisten. Prestatie-indicatoren hebben namelijk een sturend effect en kunnen er voor zorgen dat medisch specialisten beperkt worden in hun handelingsvrijheid. In dit onderzoek is daarom bekeken in hoeverre externe prestatie-indicatoren de handelingsperspectieven van medisch specialisten beïnvloeden. Hiervoor zijn semi-gestructureerde interviews gehouden met medisch specialisten van de afdeling oncologie van het HagaZiekenhuis. Uit dit onderzoek is gebleken dat medisch specialisten steeds meer autonomie lijken te verliezen. Dit heeft mogelijkerwijs te maken met het feit dat zij niet meer voldoende beschermd kunnen worden door de beroepsvereniging. Bovendien krijgen zorgverzekeraars steeds meer macht, waardoor zij een grotere invloed hebben gekregen bij het bepalen van prestatie-indicatoren. Uit bescherming van hun eigen professie lijkt het er op dat medisch specialisten kiezen voor een prestatievolgend handelingsperspectief. Dit houdt in dat zij goed proberen te scoren op prestatie-indicatoren, om daarmee hun professie te beschermen. Het gevolg hiervan is dat medisch specialisten in sommige gevallen strategisch gedrag lijken te vertonen of dat zij zich eenzijdig gaan richten op het halen van kwaliteitsdoelen. Het zijn dus niet alleen semi-professionals die onder druk staan, maar het lijkt er op dat klassieke professionals eveneens gevoelig worden voor invloeden van buitenaf.