Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorDuijvestijn, M.B.H.M.
dc.contributor.authorWeij, M.
dc.date.accessioned2012-11-14T18:01:13Z
dc.date.available2012-11-14
dc.date.available2012-11-14T18:01:13Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/11987
dc.description.abstractProbleemstelling: Gekeken is naar de rol van risicofactoren en de rol van pathogenen bij infectieuze acute diarree bij pups, een probleem wat met een zekere regelmaat wordt gezien in de praktijk. In Nederland zijn geen of slechts sterk verouderde gegevens bekend omtrent prevalentie van acute infectieuze diarree bij pups en de verschillende (niet) infectieuze verwekkers die daarbij een rol spelen. Uit de literatuur is bekend dat er binnen landen grote verschillen kunnen bestaan in voorkomen van specifieke pathogenen. De gegevens uit andere landen zijn dus niet per definitie bruikbaar voor de situatie in Nederland. Om meer zicht op de infectieuze oorzaken van diarree bij pups te krijgen is deze studie opgezet. Hiervoor zijn uit de literatuur veel voorkomende pathogenen (Canine Coronavirus, Canine Parvovirus, Campylobacter spp., Salmonella spp., Clostridium spp., Hemolytische E. coli, Toxocara Canis, Giardia spp., Cystoisospora spp., Brillendoosjesgist) en risicofactoren (zoals voeding, contact met andere dieren, antibioticagebruik, leefomgeving) bij acute diarree in dit onderzoek gebruikt. Onderzoeksvraag: “Wat is de rol van potentiële pathogenen bij acute diarree bij pups”. Met subvraag: “Zijn er correlaties tussen de verschillende pathogenen aantoonbaar, en zijn er risicofactoren die een rol spelen bij infectieuze acute diarree bij pups?”. Materiaal en methode: Er zijn 169 feces monsters en bijbehorende enquêtes van dierenarts en eigenaar zijn verzameld tussen juli 2009 en november 2011, passend binnen de inclusie criteria van <1 jaar en <10 dagen diarree zonder in de maand voorafgaande braak/diarreeklachten te hebben gehad. Gezonde controle pups mochten deelnemen mits ze in de maand voorafgaand geen braak/diarreeklachten hadden gehad. Voor detecteren en kwantificeren van de virale pathogenen is gebruik gemaakt van real time PCR, voor het. De bacteriën zijn gekweekt op 1 of meer verschillende agar platen die voldoen aan de specifieke eisen van de betreffende bacteriën. Van alle monsters werd een grampreparaat gemaakt waarin de verhouding gram+/gram- en aanwezigheid van Campylobacter-achtige bacteriën en Spirocheten werd bekeken. Voor de parasitologie en gisten is gebruik gemaakt van de CSF methode met ZnSO4, waarna preparaten onder de microscoop bekeken zijn op wormeieren en (oö)cysten. Voor de verwerking van de data is gebruik gemaakt van SPSS. Resultaten: In deze studie is naar voren gekomen dat, Canine Parvovirus (p=0.027) en Canine Coronavirus (p=0.001) significant aanwezig zijn bij pups met diarree. Tevens zijn zij in combinatie ook significant (p=0.001) naar voren gekomen bij de pups met diarree. De combinatie Canine Parvovirus en Cystoisospora spp. lijkt ook significant (p= 0.003) vaker voor te komen. Pups met diarree significant (p=0.001) vaker meerdere soorten pathogenen tegelijkertijd per fecesmonster, wat op kan lopen tot 5 soorten pathogenen per feces. Campylobacter spp. werd zowel bij de gezonde (22%) als de pups met diarree (58%) gevonden. Niet veel voorkomende pathogenen in deze studie waren Salmonella spp. (0.5%), Hemolytische E. coli (5.3%), Toxocara canis (4.7%). Ook Giardia spp. (8.3%) en Brillendoosjesgisten (9.5%) kwamen voor, maar waren niet gecorreleerd met het veroorzaken van diarree. Bij de risicofactoren is er een grotere kans, dat pups met diarree die bij een broodfokker vandaan komen gediagnosticeerd worden met Canine Parvovirus (p=0.002) en Canine Coronavirus (p=0.001). Opvallend in dit onderzoek is wel het hoge gebruik van antibiotica bij 37 (32.7%) pups van de diarree groep. Conclusie: Deze veldstudie presenteert een uitgebreid overzicht van veel voorkomende pathogenen en risicofactoren bij pups (<1jaar) met acute (<10dagen) infectieuze diarree in Nederland. Waarbij in dit onderzoek Canine Parvovirus en Canine Coronavirus sterk naar voren komen bij de pathogenen ook in de combinatie met de afkomst van een pup bij een broodfokker. Voor CPV is dat in overeenstemming met de literatuur, voor CCoV zagen wij veel meer positieve dieren en ook een veel duidelijkere correlatie als verwekker van klinische klachten. Multivariabele analyse zou meer informatie kunnen bieden in dit onderzoek.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2526715 bytes
dc.format.mimetypeapplication/msword
dc.language.isonl
dc.titleRisicofactoren en rol van pathogenen bij acute infectieuze diarree in pups
dc.type.contentDoctoral Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsCCoV, CPV, canine parvovirus, canine corona virus, Salmonella, campylobacter, Clostridium perfringes, hemolytische, e.coli, Toxocara Canis, Giardia, Cystoisopora, Brillendoosjesgist, diarree, braken, pup, puppies, puppy, broodfokker, fokker met meerdere nesten, rauw voer dieet, antibiotica, risicofactoren, leefomgeving, acute diarree, infectieuze diarree, univariabele analyse
dc.subject.courseuuDiergeneeskunde


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record