Het filosofisch problematische tweesporenbeleid in de psychiatrie
Summary
In navolging van de somatisch geneeskunde is er een toenemende tendens binnen de psychiatrie om evidence based te werken. Dit komt voort uit een geschiedenis waarin er twijfel bestond over de objectiviteit en het wetenschappelijke karakter van de psychiatrie. Hieruit kwam de behoefte voort om een categorisatie systeem te introduceren wat heeft geleid tot de Diagnostic and Statistical Manual (DSM). Er wordt gepoogd om binnen de psychiatrie evidence based en wetenschappelijk te werken met als uitgangspunt de neurologie. Tegelijkertijd is de DSM-5 volledig gebaseerd op symptoombeschrijvingen en dus gedrag. Zo komen het behaviorisme, met een focus op publiekelijk waarneembaar gedrag, en de bio-psychiatrie, met een basis in de neurologie, samen in de psychiatrie.
In de praktijk worden deze perspectieven gecombineerd in het zogenoemde ‘tweesporenbeleid’, iets dat ook in onderzoek een grotere rol gaat spelen. Deze combinatie is filosofisch gezien echter problematisch. Aan de ene kant leidt een psychiatrische behandeling vanuit enkel een behavioristisch perspectief of enkel vanuit de bio-psychiatrie tot vreemde redenaties. Aan de andere kant is dit tweesporenbeleid problematisch omdat de correlatie tussen gedrag en onderliggende hersenprocessen niet stabiel is. Dat er geen stabiele correlatie tussen deze perspectieven is wordt zichtbaar aan de hand van een voorbeeld van cultuurgebonden psychiatrische syndromen.