Samenhang tussen Ouderlijke Structuur en Externaliserend Probleemgedrag bij Kleuters; De Rol van Sekse van Ouders en Kind

Abstract

In dit onderzoek is gekeken naar de samenhang tussen structuur geboden door ouders en externaliserend probleemgedrag van kinderen in de leeftijd van 48 tot en met 66 maanden. Hierbij wordt nader ingegaan op verschillen tussen jongens en meisjes in het gedrag dat zij vertonen en de structuur die zij ontvangen, alsmede op de verschillen in het bieden van structuur tussen vaders en moeders. Aan dit onderzoek hebben in totaal 107 ouderparen deelgenomen, bestaande uit een vader en een moeder en een kind. Vader en moeder hebben onafhankelijk van elkaar een vragenlijst ingevuld over verschillende opvoeddimensies en gedragingen van het kind. Uit het onderzoek is gebleken dat er geen samenhang is tussen structuur en externaliserend probleemgedrag. Ook is er geen significant verschil in externaliserend probleemgedrag van jongens of meisjes en de mate van structuur die ze ontvangen. Daarnaast blijken de correlaties van structuur geboden door de vader of moeder en externaliserend probleemgedrag niet significant te verschillen. Een resultaat dat wel significant blijkt is de samenhang tussen overreactie van de moeder en externaliserend probleemgedrag. Wanneer moeder meer overreactie laten zien wordt de kans op externaliserend probleemgedrag significant groter. Samenvattend kan geconcludeerd worden dat de totale factor structuur geboden door ouders niet samenhangt met externaliserend probleemgedrag van het kind.