De Relatie tussen Ouderlijk Opvoedgedrag en Probleemgedrag bij Jongens en Meisjes van Elf en Twaalf jaar.

Abstract

In deze studie is onderzoek gedaan naar de relatie tussen ouderlijk opvoedgedrag en probleemgedrag bij jongens en meisjes van 11 en 12 jaar oud. Het is van belang deze relatie te onderzoeken, omdat probleemgedrag negatieve effecten heeft op het gezin en verschillende aspecten van de ontwikkeling van het kind. Omdat er sprake is van een wederzijdse beïnvloeding tussen het opvoedgedrag van ouders en het probleemgedrag van kinderen is het van belang om meer kennis te krijgen van de mate van de samenhang. Er hebben 458 kinderen deelgenomen aan het onderzoek. Hiervan was 47% jongen en 53% meisje. Door middel van zelfrapportage is de mate van externaliserend en internaliserend probleemgedrag in relatie gebracht met de perceptie van ouderlijk positief en negatief opvoedgedrag. Daarnaast is onderzocht in hoeverre deze relatie verschillend is voor jongens en meisjes. Sekseverschillen zijn echter in geen enkele analyse gevonden. In overeenstemming met de eerder opgestelde hypothese hebben ANCOVA analyses laten zien dat positief opvoedgedrag negatief samenhangt met externaliserend probleemgedrag. Er is geen relatie tussen positief opvoedgedrag en internaliserend probleemgedrag gevonden, dit is inconsistent met de hypothese waardoor deze is verworpen. Tussen negatief opvoedgedrag en zowel externaliserend als internaliserend probleemgedrag is, in overeenstemming met de hypotheses, een positieve relatie gevonden. Bovenstaande aangetoonde relaties benadrukken het belang van het voorkomen van een vicieuze cirkel van negatief opvoedgedrag en probleemgedrag.