De Nederlandse mensenrechtenbeweging rondom de Olympische Zomerspelen van Moskou 1980. Tussen macht en mensenrechten op het internationale diplomatieke speelveld.

Abstract

Sport en politiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De Olympische Zomerspelen van Moskou 1980 werden door de Nederlandse mensenrechtenbeweging aangegrepen om de mensenrechtensituatie in de Sovjet-Unie op de agenda van het internationale diplomatieke speelveld te plaatsen. Binnen het Koude Oorlogsdiscours wordt geanalyseerd in hoeverre de mensenrechtenbeweging in staat was om de agenda van politieke beleidsbepalers te beïnvloeden. In hoeverre zijn de Olympische Spelen een effectief politiek instrument om mensenrechtenkwesties in het gastland aan de kaak te stellen?