Etnische verschillen in de leerkracht-leerling relatie en de relatie met probleemgedrag
Summary
De huidige studie onderzoekt etnische verschillen in de leerkracht-leerling relatie zoals gepercipeerd door zowel de leerkracht als de leerling en de samenhang met internaliserende en/of externaliserende probleemgedragingen. Data is afkomstig uit de EPOS-studie, participanten zijn 224 middelbare schoolleerlingen van Nederlandse, Marokkaanse, Turkse en Surinaamse komaf en hun mentoren. De voornaamste meetinstrumenten zijn de Leerkracht-Leerling Relatie Vragenlijst en Teacher Report Form/Youth Self Report. Uit de resultaten komt naar voren dat leerkrachten de relatie met Marokkaanse scholieren veel vaker als problematisch ervaren dan hun relaties met jeugdigen met een Nederlandse, Surinaamse en Turkse achtergrond. Dit verschil werd niet gevonden wanneer de leerlingen werd gevraagd naar hun relatie met de leerkracht. Ook liet het onderzoek een duidelijke relatie zien tussen gerapporteerde conflicten door de docent en internaliserend en externaliserend probleemgedrag van de jongere. Deze relatie bleek, wanneer het om internaliserend probleemgedrag ging, echter heel anders voor de Marokkaanse en Surinaamse jongeren dan voor de autochtone jeugd. Voor autochtone jongeren werd er namelijk een sterk verband gevonden tussen een conflictueuze relatie en internaliserend probleemgedrag terwijl er voor de Surinaamse en Marokkaanse jongeren geen verband werd gevonden. In de discussie worden mogelijke verklaringen besproken voor de resultaten, waarbij de mogelijke rol van cultuurverschillen en stereotyperingen aan bod komt.