Ontwikkeling van de woordenschat: in hoeverre dragen jonge kinderen kennis aan elkaar over?
Summary
Het doel van deze studie was om te onderzoeken of jonge kinderen, met betrekking tot de woordenschatontwikkeling, van elkaar kunnen leren. Met andere woorden, kunnen jonge kinderen met een grote woordenschat de woordenschat van kinderen met een minder goede taalontwikkeling vergroten? In totaal werden de onderzoeksgegevens van 123 basisschoolkinderen (gemiddelde leeftijd 64 maanden) meegenomen in het experimenteel onderzoek. Middels een experiment is de vooruitgang van de actieve en de passieve woordenschat gemeten. Uit een ANCOVA is gebleken dat enkel met betrekking tot de actieve woordenschat, er sprake is van een matig leereffect. Kinderen lijken wel van elkaar te leren, echter zijn de resultaten niet significant (p = .64). Wanneer in de toekomst verder onderzoek gedaan wordt en daarbij rekening gehouden wordt met de beperkingen van deze studie, is het aannemelijk dat er wel significante resultaten te zien zullen zijn. Hoewel het niet de intentie was om te onderzoeken, bleek dat door kinderen een enkele keer bloot te stellen aan nieuwe woorden, zij deze goed opnemen en onthouden. Hoewel dit geen onderzoeksvraag was laat dit wel zien dat jonge kinderen, met betrekking tot de woordenschat, zich snel ontwikkelen. Dit is een belangrijke bevinding en hier kan in geïnvesteerd worden wanneer het de
taalontwikkeling van jonge kinderen betreft.