Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHaan, D.M.P. de
dc.contributor.authorGoessens, M.M.
dc.date.accessioned2012-07-30T17:01:07Z
dc.date.available2012-07-30
dc.date.available2012-07-30T17:01:07Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/11163
dc.description.abstractIn het onderzoek naar samenwerking en samenspel van jonge kinderen wordt geen doelbewust onderscheid gemaakt tussen non-verbale handelingen en verbale uitingen. Dit is wel relevant om te doen, omdat non-verbale handelingen en verbale uitingen twee verschillende variabelen zijn. De hoofdvraag van dit onderzoek had betrekking op de complexiteit van de samenwerking/ het samenspel in de non-verbale handelingenen de relatie daarvan met taalvaardigheid. Van 12 kinderen uit groep 2 (M leeftijd = 66.8 maanden; SD = 3.4), van een witte en zwarte school zijn filmopnames gemaakt tijdens het samenspelen bij vrij spel en het samenwerken aan een constructietaak met een klasgenootje. Daarnaast is de Taaltoets Alle Kinderen (TAK) afgenomen. Vrij spel duurde altijd 30 minuten en de constructietaak duurde maximaal 30 minuten. De filmopnames zijn aan de hand van een 10-seconden interval op vier variabelen gescoord: complexiteit van non-verbale samenwerking/samenspel, samenstelling van speelgenoten (alleenspel, dyadespel of groepsspel), de leeftijd van de spelpartner(s) en spelactiviteit. Een van de hypothesen was dat er bij dyadespel gemiddeld vaker meer complexe categorieën van non-verbale samenwerking en samenspel bereikt werden, dan bij groepsspel. De resultaten bevestigden dat gecoördineerd samenspel/samenwerking meer bereikt werd tijdens dyadespel dan bij groepsspel. Een tweede hypothese stelde dat kinderen met een hogere taalvaardigheid meer gebruik zouden maken van de meer complexe categorieën van non-verbale samenwerking en samenspel. Met uitzondering van de actieve woordenschat tijdens vrij spel werd dit bevestigd. Een derde hypothese stelde dat de doelkinderen met spelpartners die ouder waren dan zijzelf meer complexe categorieën van non-verbale samenwerking en samenspel zouden bereiken, dan met jongere spelpartners. De resultaten wijzen erop dat de situatie (taak/vrij spel) hier van belang lijkt te zijn. Geconcludeerd kan worden dat kinderen uit groep 2 in staat zijn om in hun non-verbale handelingen op een gecoördineerde wijze samen te werken en te spelen, er een relatie bestaat tussen taalvaardigheid en non-verbale samenwerking/samenspel, en dat dyadespel een goede manier is om non-verbale samenwerking/samenspel (verder) te ontwikkelen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent585166 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNon-verbale samenwerking en samenspel bij kinderen in groep 2
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNon-verbale samenwerking, kleuters, taalvaardigheid
dc.subject.courseuuKinder- en jeugdpsychologie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record