Hij eet zich een appel. Een inventarisatie van het gebruik van reflexieve anaforen door kinderen in Zuid-Limburg.
Summary
In het Nederlands van Zuid-Limburgers treedt een syntactische variatie op die voortkomt uit Limburgse dialecten. De reflexieve anafoor zich wordt gebruikt in constructies waarin deze in het Standaard Nederlands niet voorkomt.
In dit onderzoek probeer ik een antwoord te geven op de vraag: in welke mate produceren kinderen in Zuid-Limburg reflexieven in het Nederlands waar deze in de syntaxis van het Limburgse dialect voorkomen? Daarnaast ben ik op zoek gegaan naar een onderscheid in het gebruik van reflexieven
tussen kinderen waarbij thuis (ook) Limburgs dialect wordt gesproken en kinderen in Limburg waarbij thuis enkel Standaard Nederlands wordt gesproken, en mogelijke betekenisverschillen in het wel of niet gebruiken van de reflexieven. Het onderzoek bestond grofweg uit twee delen: spontane
spraak en experimenten. Het deel experimenten werd onderverdeeld in drie kleine testen: productie, preferentie en truth value judgment.
In de spontane spraak kwamen de reflexiefconstructies nauwelijks voor. Op basis daarvan kon dus geen uitspraak gedaan worden over de mate van gebruik van het reflexief. Waar ik had verwacht dat uitgelokte spraak, en daarmee een specifieke context, meer reflexieven zou ontlokken dan er in de
spontane spraak voorkwamen, is dit niet gebeurd. Er viel echter wel een trend te bespeuren: hoe meer dialectinvloeden, hoe positiever tegenover en hoe productiever wat betreft reflexieven in dialectconstructies.