Een onderzoek naar de invloed van labeling op de affectieve staat. Het label ‘emotionele eter’ als opheffingsmechanisme van cognitieve dissonantie

Abstract

In huidig onderzoek is gekeken naar de invloed van labeling van de eigen persoon als emotioneel eter op cognitieve dissonantie die zich uit in een negatieve affectieve staat van een persoon. Gesteld werd dat door het toevoegen van een nieuwe cognitie, “Ik ben emotioneel eter”, het gevoel van ongerief, de cognitieve dissonantie, dat veroorzaakt werd door feedback waarin naar voren kwam dat personen te veel hadden gegeten zou af nemen. Participanten die de mogelijkheid kregen zichzelf emotioneel eter te noemen zouden een minder negatieve affectieve staat ervaren dan personen die niet de mogelijkheid kregen zichzelf te labelen als emotioneel eter. Resultaten van het onderzoek lieten echter een andere uitkomst zien. De personen die geen mogelijkheid kregen om zichzelf te labelen als emotioneel eter lieten uiteindelijk een significant positievere affectieve staat zien na de normoverschrijding dan de personen die wel de mogelijkheid kregen zichzelf te labelen of te attribueren als emotioneel eter. Een verklaring voor deze resultaten ligt hoogstwaarschijnlijk in het feit dat de personen die de mogelijkheid kregen zichzelf te labelen als emotioneel eter als het ware ‘met de neus op de feiten’ werden gedrukt. Doordat zij een vragenlijst kregen over emotioneel eten werd het duidelijk dat het onderzoek over het eigen eetgedrag ging en voelden zij zich daarover vermoedelijk uiteindelijk minder goed dan personen die een vragenlijst kregen over vrijetijdsbesteding.