De gestage drup holt de steen
Summary
Het lijkt bijna vanzelfsprekend dat de hunebedden de provincie Drenthe symboliseren. Toch zijn de steenhopen niet altijd erfgoed geweest. In de achttiende eeuw dreigden de hunebedden ten prooi te vallen aan sloping, waardoor er een resolutie verscheen om ze te beschermen. Echter pas in de negentiende eeuw kwam er meer aandacht voor de hunebedden en vond er een herwaardering plaats. In de Drentse politiek werd een strijd gevoerd om de monumenten te beschermen en ze het bezit te maken van de provincie of het Rijk. Eind negentiende eeuw was dit proces voltooid. De vraag is waarom juist in de negentiende eeuw de hunebedden beschermd erfgoed werden, terwijl ze er al vijfduizend jaar lagen en blijkbaar niet altijd even gewaardeerd werden.
Deze studie onderzoekt hoe en waarom de hunebedden specifiek in de negentiende eeuw beschermd erfgoed werden. Daarvoor worden krantenartikelen, publicaties, enkele brieven en beleidsstukken bestudeerd op micro- en macroniveau. Er wordt gelet op taalgebruik (en dus ook framing en labelling) en de sociaal-culturele achtergrond van de bronnen wordt geanalyseerd. Op die manier wordt er, gekaderd door de theorie van Laurajane Smith, bekeken hoe de politiek (autoriteit) het proces van erfgoedwording heeft beïnvloed.
Uit dit onderzoek blijkt dat allereerst het opkomende nationalisme (en in het verlengde daarvan het regionalisme) een rol heeft gespeeld bij de herwaardering van de hunebedden als iconen van de vaderlandse geschiedenis en de zelfstandige provincie Drenthe. Ook de vele gevaren die de hunebedden in de negentiende eeuw bedreigden, waaronder de markeverdelingen en de aanleg van een spoorweg, maakten dat er meer aandacht kwam voor monumentconservatie. Als laatste heeft de grote bekommernis om de hunebedden door personen met autoriteit, zoals de mannen van het zogeheten Drentse Herenbolwerk en in mindere mate de redactie van de regionale krant, ervoor gezorgd dat de hunebedden erfgoed konden worden. De heren hadden er belang bij dat Drenthe een eigen regionale identiteit ontwikkelde en relevant werd voor de vaderlandse geschiedschrijving.
Deze drie factoren maakten dat juist in de negentiende eeuw het proces van erfgoedwording kon plaatsvinden als het gaat om de hunebedden. Het feit dat in die tijd uiteindelijk alle hunebedden zijn aangekocht door of geschonken aan de provincie en het Rijk heeft ervoor gezorgd dat de hunebedden niet meer door inwoners van de marken of later door particuliere eigenaren konden worden gesloopt. Daarna zijn de hunebedden actief beschermd en soms zelfs in originele staat hersteld. De hunebedden werden zodanig Drents én Nederlands erfgoed.