De rol van moeilijke woorden bij tekstbegrip. Een experimenteel onderzoek naar de relatie tussen woordmoeilijkheid en tekstbegrip bij sterke lezers en zwakke lezers.
Summary
In dit onderzoek is de invloed van woordmoeilijkheid op het tekstbegrip bij sterke lezers en zwakke lezers onderzocht. Hiervoor dienden 97 middelbare scholieren uit de tweede klas een leesvaardigheidtoets, een woordenschattoets en een cloze-toets te maken. De VWO-leerlingen van deze groep kinderen werden aangeduid als sterke lezers, terwijl van de VMBO'ers werd verondersteld dat het zwakkere lezers waren. Middels de cloze-toets is geprobeerd tekstbegrip te meten bij beide groepen scholieren. Binnen de tekst van de cloze-toets is er gemanipuleerd op woordmoeilijkheid, waardoor er een makkelijke en een moeilijke tekstversie is ontstaan. De leerlingen dienden een van deze twee versies te maken, zodat achteraf bekeken kon worden of woordmoeilijkheid invloed had op de scores van de cloze-toets. Uit de resultaten van de drie verschillende toetsen bleek dat de VWO-scholieren consistent beter presteerden dan hun leeftijdsgenoten van het VMBO, dus zij mogen inderdaad getypeerd worden als sterkere lezers. Het bleek voor de prestaties echter niet uit te maken of er moeilijke woorden in de tekst stonden. Uit dit onderzoek is dan ook gebleken dat woordmoeilijkheid geen invloed heeft op het tekstbegrip van sterke en zwakke lezers.