Hoop op Heerlijkheid
Summary
Dit werkstuk is ontstaan uit de waarneming dat er tussen kerken verschillen bestaan in het omgaan met de eschatologische spanning van het ‘reeds en nog niet’. Sommigen denken dat door Jezus’ volbrachte werk ook Zijn heerlijkheid al volledig op aarde werkelijkheid is en kan zijn. Deze veronderstelling komt voornamelijk voor in de groeiende prosperity-churches. Daartegenover staat de traditionelere visie dat Gods Koninkrijk pas volledig op aarde zal komen bij Jezus’ wederkomst en dat dan pas alle zegeningen realiteit zullen worden voor de gelovigen. Ideeën over Gods Koninkrijk beïnvloeden dus ook in sterke mate ideeën over lijden. Daarbij is opvallend dat de leiders van de zogenaamde prosperity-churches zich vaak beroepen op teksten uit Kolossenzen, terwijl in de prediking over het ‘reeds en nog niet’ in traditionelere kerken, vaak Romeinen wordt aangehaald. Geven die Nieuw-Testamentische brieven dan geen eenduidig beeld over de situatie? Omdat ‘de spanning tussen het reeds en nog niet’ een veel te breed en algemeen onderwerp is, is in dit werkstuk de aandacht gegaan naar twee teksten uit Romeinen als Kolossenzen. De twee begrippen die bij de keuze voor deze teksten een doorslaggevende rol hebben gespeeld zijn δόξα en ἐλπίς. Deze woorden kunnen betekenis geven aan de spanning waarin de gelovige leeft. De onderzoeksvraag die in dit werkstuk is beantwoord luidt: In hoeverre wordt de inhoud van de thematiek ‘hoop op heerlijkheid’, zoals die in Romeinen 8:18-25 wordt geschetst, op dezelfde wijze voortgezet in de beschrijvingen van ‘hoop op heerlijkheid’ in de brief aan de Kolossenzen? Deze vraag is beantwoord door de beide teksten te exegetiseren en vergelijkingen te maken. Tijdens het onderzoek is ontdekt dat 'hoop op heerlijkheid' in Romeinen en Kolossenzen in een ander licht geplaatst worden. Tijdsbepalingen in Romeinen maken plaats voor ruimtelijke aspecten in Kolossenzen 1. De betekenis van ‘hoop op heerlijkheid’ is echter deels hetzelfde: de hoop die men nu heeft richt zich op iets wat in de toekomst openbaar zal worden, namelijk de heerlijkheid.