Gezangen voor onbekeerden. Over identiteitsvorming in de liederen van Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750)
Summary
De predikant Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750), een van de achttiende-eeuwse vertegenwoordigers van de vroomheidsbeweging van de Nadere Reformatie, schreef in 1727 een gezangenbundel met de titel 'Geestelike Gesangen'. Deze bundel is bijzonder, omdat Schortinghuis het principe van de geestelijke classificatie op de liederen toepast. De bundel kent een indeling naar de staat waarin de ziel van de zangers zich bevindt. Hoewel de bundel voor allerlei soort mensen is bedoeld, richt Schortinghuis zich vooral op onbekeerden. De onderzoeksvraag van deze masterscriptie is welke mogelijkheden tot geestelijke identiteitsvorming deze liederen aan onbekeerden bieden. In het tweede deel van het onderzoek wordt een vergelijking gemaakt met dichtbundels van Pieter Boddaert, Allegunda Ilberi en Johannes Eusebius Voet. Deze pietistische dichters geven aan zich eveneens onder andere op onbekeerden te willen richten.