De moord op Theo van Gogh: aanslag op de Nederlandse identiteit? Een discoursanalyse van het Nederlanderschap als identiteit in de geschreven media na de moord op Theo van Gogh.
Summary
De nationale identiteit staat in Nederland al tientallen jaren op de publieke, politieke en wetenschappelijke agenda. Dit onderzoek neemt de berichtgeving van de moord op Theo van Gogh als uitgangspunt om te bekijken op welke manier er een discursieve vorm wordt gegeven aan de notie van het Nederlanderschap. Aan de hand van een tekstanalyse van vier Nederlandse kranten is het discours wat betreft het Nederlanderschap dat door de geschreven media werd uitgedragen vastgesteld. Deze discoursanalyse wijst uit dat er na de moord op Theo van Gogh in de kranten een onderscheid wordt gemaakt tussen Nederlanders en de niet-Nederlanders. Daarbij wordt aan de ene kant de positieve eigenschappen van de Nederlandse identiteit benadrukt en aan de andere kant wordt de dreiging van de aanwezigheid van de ‘slechte’ anderen onderstreept. Daarnaast draagt het discours ook boosheid en onmacht uit. In dit discours zijn Cohen, Hirsi Ali, Donner en Remkes de dominante sprekers en wordt er over Fortuyn en de AIVD gesproken. Ten slotte kan de berichtgeving na de moord op Van Gogh als intens en onsamenhangend gezien worden.