Begrijpelijke teksten voor zwakke lezers- Onderzoek naar de invloed van coherentie en tekstpresentatie op tekstbegrip en tekstwaardering bij zwakke lezers
Summary
Tijdens het lezen van een tekst maakt de lezer een mentale representatie van de tekst in het hoofd (Kintsch, 1988). Een coherente mentale representatie is een voorwaarde voor het begrijpen van de tekst (Kintsch & van Dijk, 1978). Zwakke lezers hebben vaak meer moeite met het maken van een coherente mentale representatie dan sterke lezers (Rapp et al., 2007). Om lezers te helpen met het maken van een coherente mentale representatie, kunnen er structuurkenmerken zoals connectieven aan een tekst worden toegevoegd om de relaties tussen tekstdelen duidelijk te maken. Ook kan de visuele presentatie van een tekst ervoor zorgen dat de mentale representatie gemakkelijker gemaakt kan worden. Deze tekstkenmerken kunnen op die manier invloed hebben op het begrip en de waardering van de tekst. In dit onderzoek is het effect van explicitering van coherentierelaties (wel of geen connectieven) en tekstpresentatie (doorlopend of gefragmenteerd) op tekstbegrip en tekstwaardering bij zwakke lezers onderzocht. De hoofdvraag bij het onderzoek was: In hoeverre is er een effect van coherentie en tekstpresentatie op tekstbegrip en waardering van schoolboekteksten bij zwakke lezers? Uit eerder onderzoek bleek een effect van de toevoeging van expliciete coherentiemarkeringen en een doorlopende tekstpresentatie op tekstbegrip van geschiedenisteksten bij zwakke lezers (Land, 2009). Omdat de tekstkenmerken in het onderzoek niet afzonderlijk getest waren, is het onduidelijk of zwakke lezers baat hebben bij de expliciete coherentie, bij de doorlopende tekstpresentatie of bij een interactie van de kenmerken. In het huidige onderzoek zijn de twee tekstkenmerken daarom uit elkaar gehaald, wat heeft geleid tot een 2 (coherentie) x2 (tekstpresentatie) design. Er namen 84 leerlingen uit vier vmbo-klassen van het tweede leerjaar deel aan het onderzoek. Zij kregen allemaal een aardrijkskundetekst en een economietekst. Aan de ene tekst waren connectieven toegevoegd, aan de andere tekst niet. Bovendien was ene tekst doorlopend gepresenteerd en de andere tekst gefragmenteerd gepresenteerd. Door alle mogelijke combinaties tussen manipulaties af te wisselen zodat een proefpersoon alle tekstkenmerken een keer te zien kreeg, ontstonden er acht verschillende onderzoekspakketten. De proefpersonen moesten open begripsvragen beantwoorden over de teksten, een sorteertaak maken en hun waardering over de teksten geven. Er bleken geen effecten van coherentie en tekstpresentatie op tekstbegrip en waardering bij de participanten. Dat is waarschijnlijk te wijten aan te moeilijke teksten, gezien de lage gemiddelde scores van de proefpersonen op zowel de open vragen als de sorteertaak. Een andere verklaring voor het ontbreken van effecten zou kunnen zijn dat het eerder gevonden effect van Land (2009) niet gegeneraliseerd kan worden naar economie- en aardrijkskundeteksten. Ook was de betrouwbaarheid van de open vragen en de sorteertaak voor beide teksten niet zo hoog. Er zal een nieuw onderzoek uitgevoerd moeten worden met simpelere teksten om te kijken of er dan wel effecten van coherentie en tekstpresentatie op tekstbegrip en waardering zijn.