Fascinatie voor Siri

Abstract

Kort na Apple’s introductie van Siri verschenen veel lovende opiniestukken over de nieuwe technologie. Door Apple wordt de software voornamelijk gepropageerd als hulpmiddel om snel en efficiënt—via een spraakinterface—afspraken te maken, berichten te verzenden en informatie op te vragen. Echter, in het populaire journalistieke discours wordt er gespeculeerd en vooral gehoopt dat Siri tot meer in staat is. Gebruikers melden dat Siri net als een mens kan reageren op allerhande vragen als “do I need an umbrella today?” en “what are you wearing?”. Diezelfde gebruikers hopen vervolgens op meer, ze willen van Siri op elke vraag een antwoord. De technologie fascineert. Siri lijkt zich te ontpoppen als een technologische partner met menselijke trekjes: een mobiele HAL in de handen van miljoenen gebruikers.

De fascinatie voor Siri in het journalistieke discours is interessant, maar tegelijkertijd summier beargumenteerd. Er wordt over Siri gesproken in termen van “magical” en “unsettling”, maar er wordt niet duidelijk waarom er in deze termen wordt gesproken. Hoe moeten we deze terminologie opvatten? Wat zeggen de journalisten hiermee over hun verhouding tot de technologie? In dit paper geef ik een tweetal verklaringen voor de fascinatie omtrent Siri. Deze verwondering is nog fuzzy, maar zal met behulp van dit onderzoek inzichtelijk worden gemaakt. Beide verklaringen houden verband met een bredere fascinatie voor AI die wordt gevoed door dromen over en verlangens naar een ideale technologische partner. Allereerst kenmerk ik een hunkering van gebruikers om betoverd te willen worden door computertechnologie zoals Siri. Daarnaast laat ik zien dat de slimme technologie door haar gebruikers steeds meer gezien en behandeld wordt als zijnde levend.