Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorPrincen, Sebastiaan
dc.contributor.authorCandel, J.J.L.
dc.date.accessioned2011-11-11T18:01:41Z
dc.date.available2011-11-11
dc.date.available2011-11-11T18:01:41Z
dc.date.issued2011
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/9514
dc.description.abstractEuropa, en de EU, in het bijzonder wordt op het niveau van besluit- en beleidsvorming steeds belangrijker voor de politie. Dit onderzoek richt zich op de vraag wat dit voor effect heeft op de attitude van politiemensen die operationeel werk verrichten. In hoeverre is er op de werkvloer nu sprake van „Europees denken‟? Met Europees denken worden daarbij de gevoelens, meningen en overtuigingen van deze politiefunctionarissen ten aanzien van Europese politiële samenwerking bedoeld. Een antwoord op de vraag hoe deze mate van Europees denken kan worden verklaard is niet enkel theoretisch relevant, maar kent ook een grote praktische waarde. Hoewel een positieve attitude ten aanzien van Europese politiële niet per se hoeft te resulteren in daadwerkelijk handelen en het ook geen noodzakelijke voorwaarde vormt voor grensoverschrijdende samenwerking, is het voor een effectieve transnationale aanpak van criminaliteit wél nodig dat politiefunctionarissen een positieve houding tegenover gezamenlijk optreden hebben en een zeker bewustzijn ten aanzien van de internationale dimensie van het politiewerk vertonen. Om meer inzicht te verkrijgen in deze mate van Europees denken en hoe dit kan worden verklaard zijn interviews afgenomen onder respondenten van de korpsen Midden- en West-Brabant en Noord- en Oost-Gelderland, en is tevens gebruik gemaakt van enkele documenten en observaties. Uit de resultaten bleek dat vrijwel alle respondenten de verschillende dimensies van Europese politiële samenwerking positief waarderen en tevens dat de meesten zich voldoende bewust waren van de internationale dimensie van het politiewerk. Een kanttekening hierbij is dat de respondenten niet representatief zijn voor alle politiemensen. Wel bestaan er grote verschillen in het belang dat men aan deze samenwerking hecht voor de eigen functie. Deze verschillen kunnen vooral worden verklaard door de ervaring die men met Europese politiële samenwerking heeft. Wanneer de problematiek waarmee men in het werk te maken krijgt vaak een internationale dimensie kent en er vaker grensoverschrijdend moet worden samengewerkt is de mate van Europees denken over het algemeen hoger, dan wanneer dit enkel sporadisch voorkomt. De socialisatie op de werkvloer met betrekking tot dit onderwerp bleek zeer beperkt te zijn. Er ontbreekt zowel binnen de politie in het algemeen, als binnen de onderzochte korpsen, een eenduidige aanpak om agenten bewust te maken van de internationale dimensie van het werk en hen de hiervoor benodigde kennis en competenties bij te brengen. Er worden binnen de korpsen allerlei initiatieven ontplooid met betrekking tot internationale samenwerking, maar de socialisatie geschiedt vooral op plaatsen waar ook al sprake is van ervaring met deze samenwerking. Politiefunctionarissen die minder vaak in aanraking komen met internationale samenwerking worden daardoor minder effectief bereikt. Voor veel van hen zal internationalisering in het algemeen, en Europese politiële samenwerking in het bijzonder, daarom nog niet de „normaalste zaak van de wereld‟ zijn. Met name op het terrein van socialisatie valt dan ook nog winst te behalen. Korpsbreed uitgezette trainingen, meer aandacht voor de internationale dimensie van het werk in de opleiding en een eenduidig intern communicatiebeleid, waarin aandacht is voor de ervaringen en best practices met betrekking tot internationale samenwerking, zijn voorbeelden van wijzen waarop de doelstellingen die door de Raad van Hoofdcommissarissen in 2007 zijn vastgelegd effectiever kunnen worden benaderd. In de ideale situatie zouden vormen van Europese samenwerking dan niet langer als „iets speciaals‟ worden ervaren, maar als een integraal onderdeel van alle denk- en werkprocessen op de politiële werkvloer.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1313397 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe normaalste zaak van de wereld? Het Europees denken van politiefunctionarissen
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordspolitie, Europees denken, europeanisering, Europese samenwerking, politiële samenwerking, attitude, socialisatie, ervaring, EU, werkvloer
dc.subject.courseuuBestuur en Beleid


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record