Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorPrinsen, F.
dc.contributor.authorOostewechel, N.M.J.
dc.date.accessioned2011-10-03T17:01:22Z
dc.date.available2011-10-03
dc.date.available2011-10-03T17:01:22Z
dc.date.issued2011
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/9229
dc.description.abstractInleiding: Deze studie onderzoekt hoe meisjes tussen 13 en 16 hun sociale netwerk online onderhouden en uitbreiden op basis van positieve en negatieve identiteitspraktijken. 1) Hoe positieve en negatieve identiteitspraktijken worden ingezet om (online) posities en relaties in sociale groepen te versterken? 2) De in- en exclusie praktijken en sociale conventies die het onderhouden en uitbreiden van sociale netwerken online sturen. Onderzoek is van belang omdat er door de unieke mogelijkheden van online sociale netwerkapplicaties nieuwe mogelijkheden voor sociale identiteitsontwikkeling lijken te ontstaan. De adolescentie is een cruciale periode voor identiteitsontwikkeling. Methode: Het type onderzoek dat werd gehanteerd is beschrijvend onderzoek aan de hand van casestudies. Tien semigestructureerde interviews en observaties zijn gebruikt voor een thematische data-analyse. Resultaten: De respondenten versterken hun positie in de sociale groep door activiteiten waarin ze laten zien dat ze deelnemen aan een sociale groep. Dit zijn een hogere interactiefrequentie, actief in plaats van passief kennisnemen of aan sluiten bij een groepshyves die gebaseerd is op kenmerken van de sociale groep. Ze versterken de positie eveneens door de groep hoofdzakelijk te profileren door middel van het plaatsen van foto’s van groepsleden, hobby’s of idolen. De groepsactiviteiten zijn gerelateerd aan een hogere interactiefrequentie, het hebben van een groepspagina of een gezamenlijke groepsactiviteit op de kalender. De criteria voor inclusie zijn gerelateerd aan bekendheid, mensen met specifieke hobby hanteren specifiekere criteria. Conclusie: Het internet biedt mogelijkheid om de sociale identiteit te versterken, maar waarschijnlijk ook om alternatieve identiteiten op te bouwen. Bij het toelaten in het online netwerk lijkt er sprake van een inclusie norm (iedereen insluiten). Hierna gaan allerlei andere positieve en negatieve identiteitspraktijken een rol gaan spelen die bepalen of het netwerk alleen onderhouden wordt of ook uitgebreid kan worden. Er lijkt sprake van een ‘like-cultuur’, negatieve feedback vindt indirect plaats, door te negeren en geen contact te maken. Verder onderzoek naar jongens, oudere tieners en de invloed van de reacties op de identiteitspraktijken is gewenst.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent384976 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.title‘Hoe tieners hun sociale netwerken online onderhouden en uitbreiden’
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordssociale netwerksites, online sociale netwerken, identiteitspraktijken, in- en exclusie, sociale identiteitsvorming.
dc.subject.courseuuOrthopedagogiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record