Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBullens, J.
dc.contributor.advisorDijkerman, C.
dc.contributor.authorMeulen, M.M. van der
dc.date.accessioned2011-09-22T17:08:18Z
dc.date.available2011-09-22
dc.date.available2011-09-22T17:08:18Z
dc.date.issued2011
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/9136
dc.description.abstractAchtergrond De ernst van de hoofdsymptomen bij kinderen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD), zoals beperkingen in de sociale interactie en zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, wordt sterk beïnvloed door het niveau van cognitief functioneren. Comorbide gedragsproblemen, waarvan angstige gedragingen en gedachten tot een van de belangrijkste behoren, kunnen de ernst van de beperkingen in het cognitief functioneren beïnvloeden en daarmee een bijdrage leveren aan de totale beperking bij kinderen met een PDD. In dit onderzoek wordt gekeken of er bij kinderen met een PDD een verschil bestaat in perseveratieve fouten, het onderdeel van de Wisconsin Card Sorting Task (WCST) dat wordt gerelateerd aan de uiting van stereotiepe en rigide gedragingen in het dagelijks leven, tussen angstige en niet angstige kinderen. Methoden Bij 48 medicatievrije kinderen met een PDD werden gedragsvragenlijsten (CBCL en TRF) afgenomen om een beeld te krijgen van de mate van aanwezigheid van angstige gedragssymptomen. Op basis van deze gegevens werd de groep kinderen met een PDD opgedeeld in de groepen ‘Angstig’ en ‘Niet Angstig’. Het aantal gemaakte perseveratieve fouten werd beoordeeld door afname van de WCST. Resultaten Er bestaat geen significant verschil op het aantal gemaakte perseveratieve fouten tussen kinderen die angstige gedragssymptomen vertonen en kinderen die deze symptomen niet laten zien. De meegenomen covariaat leeftijd blijkt een significant effect te hebben op het aantal gemaakte perseveratieve fouten. Discussie Uit huidig onderzoek blijkt dat er bij kinderen met een PDD geen significant verschil bestaat in perseveratieve fouten tussen kinderen die angstige gedragssymptomen laten zien en kinderden die geen angstige Discussie Uit huidig onderzoek blijkt dat er bij kinderen met een PDD geen significant verschil bestaat in perseveratieve fouten tussen kinderen die angstige gedragssymptomen laten zien en kinderden die geen angstige gedragssymptomen laten zien. Mogelijk spelen bij kinderen met een PDD andere factoren een grotere rol, zoals ‘het uit zijn op het beheersen van de omgeving’ of ‘het uit zijn op voorspelbaarheid en/of zekerheid en/of veiligheid’, bij het ontstaan van perseveratief gedrag, en daarmee het maken van perseveratieve fouten, bij afname van de WCST.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent254914 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleMentale flexibiliteit bij kinderen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis: geassocieerd met angst?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordspervasieve ontwikkelingsstoornis
dc.subject.keywordsangst
dc.subject.keywordsexecutieve functies
dc.subject.courseuuNeuropsychologie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record