Het Toepassen van 21e-eeuwse Vaardigheden in de Klas: Welke Verschillen zijn er tussen Leerkrachten in het Primair Onderwijs?

Abstract

De school is een belangrijke omgeving waar kinderen leren. De Nederlandse overheid wil dat kinderen goed voorbereid worden op de toekomst. Hierdoor is het gewenst dat leerkrachten in het primair onderwijs aandacht besteden aan de 21e-eeuwse vaardigheden in de klas. Van leerkrachten wordt er verwacht dat zij dit volbrengen, maar gebeurt dit ook daadwerkelijk? In deze studie is onderzocht in hoeverre leerkrachten verschillen in het toepassen van de 21e-eeuwse vaardigheden en of het gebruik van ICT hierbij kan dienen als ondersteuning. Om deze vraag te toetsen is er een online survey verspreid onder leerkrachten (N=118) via social media (Facebook en Whatsapp). Uit de resultaten is gebleken dat een overgrote meerderheid van de leerkrachten (85.6%) bekend is met de 21e-eeuwse vaardigheden en dat een aanzienlijk deel van de leerkrachten (86.5%) het van belang vindt dat hier aandacht aan wordt besteed in het onderwijs. Mannelijke leerkrachten passen vijf van de elf 21e-eeuwse vaardigheden significant vaker toe in de klas dan vrouwelijke leerkrachten. Bij het toepassen van tien van de elf 21e-eeuwse vaardigheden vinden leerkrachten dat het gebruik van ICT hierbij kan ondersteunen. Er kan geconcludeerd worden dat leerkrachten wat betreft sekse, verschillen in het toepassen van de 21e-eeuwse vaardigheden en dat leerkrachten het gebruik van ICT bij de meeste vaardigheden als ondersteuning zien. Het kan van belang zijn om studenten op de lerarenopleiding voor te bereiden om de 21e-eeuwse vaardigheden in het onderwijs toe te passen en dat huidige leerkrachten hierover bijscholing krijgen.