| dc.description.abstract | De rol van de kunst in de stedelijke openbare ruimte kent vele facetten, die samenhangen met de rol van degene die de kunst initieert, maakt of erbij betrokken is. Voor de overheid heeft de kunst vooral een dienende rol. Ze moet de stad verfraaien en toeristisch aantrekkelijker maken en zo het publiek de gelegenheid geven ervan te genieten. Ze moet bovendien bijdragen aan de sociale omgeving en de cohesie in de wijken. De overheid bevordert de kunst echter ook, om haar intrinsieke waarde. Kunstenaars kunnen door hun kunst voor de openbare ruimte met kunstvormen experimenteren en hun creativiteit uiten en het publiek nieuwe ervaringen geven. De veelzijdigheid van de kunst in de publieke ruimte maakt haar ook onderwerp van studie door de kunstinstituten die bij het tot stand komen bemiddelen, door kunsttheoretici en kunstfilosofen. Kunst in de publieke ruimte draagt zo bij aan het verdiepen van het kunstdiscours en de discussie over de grenzen van de kunst. Voor het publiek zijn kunstwerken in de publieke ruimte punten van herkenning, van rust én conflict en discussie, en van binding én controverse
In het huidige politieke en financiële klimaat heeft kunst een nieuwe rol gekregen, die van bezuinigingsobject. De, in de beleidsstukken benadrukte, positieve invloed van de kunst lijkt vergeten. Verondersteld wordt dat kunst en cultuur zonder problemen even kunnen worden uitgeschakeld. Vergeten wordt dat kunst helpt om anders naar de complexe werkelijkheid te kijken en ermee om te gaan en dat mensen van kunst genieten. En dat zijn goede rollen in tijden van bezuinigingen. | |
