| dc.description.abstract | Sinds de coronacrisis is er veel veranderd op sociaal en maatschappelijk gebied, maar er is nog weinig onderzoek gedaan naar eventuele mobiliteitsveranderingen. Dit onderzoek biedt inzichten in de impact van COVID-19 op autogebruik en -bezit in grootstedelijke context en welke invloed persoonlijke kenmerken, thuiswerken, perceptie van besmettingsgevaar en veranderende attitudes hierop hebben. Om dit te onderzoeken is een enquête uitgezet onder 500 respondenten uit de vijf grootste steden van Nederland. Uit de enquêteresultaten blijkt dat de vervoerwijzekeuze van de respondenten is veranderd sinds de coronacrisis, dat de verwachting is dat er een stuk meer thuisgewerkt gaat worden na de crisis en dat er meer auto’s zijn gekocht dan dat er verkocht zijn. De respondenten geven aan het openbaar vervoer tijdens de coronacrisis minder te gebruiken voor woon-werk verkeer en sociaal-recreatief verkeer. Daarnaast verwachten zij het openbaar vervoer ook na afloop van de coronamaatregelen minder te gebruiken. De auto is door de respondenten tijdens de coronacrisis enigszins in mindere mate gekozen als vervoermiddel, maar er is geen groot verschil te vinden tussen de periode vóór corona en de verwachting na afloop van de coronamaatregelen. Na afloop van de coronamaatregelen verwachten de respondenten de auto iets minder voor woon-werk verkeer te gebruiken en iets meer voor sociaal-recreatief verkeer, in vergelijking met de situatie vóór de coronamaatregelen. Hoe bang iemand is om besmet te raken in het openbaar vervoer heeft een positieve invloed op de verwachting om meer met de auto te reizen na afloop van de coronamaatregelen. Daarnaast zijn er meer auto’s gekocht dan dat er verkocht zijn door de responsgroep en na regressie analyses blijkt dat leeftijd, inkomen, de angst voor besmetting en thuiswerken invloed hebben gehad op het wel of niet gekocht hebben van een extra auto tijdens de coronacrisis. De responsgroep was niet representatief voor de bevolking van de vijf grootste steden van Nederland en hier moet rekening mee gehouden worden bij interpretatie van de resultaten. | |
