dc.description.abstract | Hannah Arendts hoofdwerk The Human Condition, waarin ze voor het politieke handelen de hoogste plaats onder de menselijke activiteiten opeist, wordt geprezen als een diepgaande en originele kritiek op de Westerse traditie van het politieke denken. Tegelijk is er echter aanhoudende discussie over de relevantie van het boek voor concrete, hedendaagse politieke vraagstukken; de wijze waarop Arendt de relatie tussen handelen en identiteit ziet, zou het haar onmogelijk maken de constructie en politisering van sociale identiteit (ras, gender, etniciteit, etc.) als politieke aangelegenheid te duiden. Critici als Bonnie Honig en Tuija Pulkkinen hebben daarom voorgesteld haar notie van 'handelen' te radicaliseren dan wel te verwerpen. Als alternatief voor beide opties stel ik voor om sociale identiteit niet als voortbrengsel van het handelen, maar van het werken te zien. Ook pleit ik ervoor het in The Human Condition uiteengezette onderscheid tussen het handelen en het werken bij te stellen; ik betoog dat het handelen en het werken bij publieke deliberatie samenvallen, of anders gezegd, dat daar waar gehandeld wordt, het werken reeds is voorondersteld. | |