Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTribushinina, Elena
dc.contributor.authorSteiginga, R.
dc.date.accessioned2011-07-20T17:04:19Z
dc.date.available2011-07-20
dc.date.available2011-07-20T17:04:19Z
dc.date.issued2011
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7493
dc.description.abstractOnderzoeken naar referentie laten zien dat de verwerving van talige referentie door kinderen een cognitief proces betreft dat complex is en veel tijd in beslag neemt. Tweetalige kinderen hebben met een input van twee talen te maken, waardoor verwacht wordt dat dit cognitief proces bij hen nog complexer en tijdrovender is. Vaak wordt er vanuit gegaan dat de tweetalige kinderen ten opzichte van de eentalige kinderen een achterstand hebben in het produceren van referentiële uitdrukkingen. Veel onderzoekers hebben naar referentie gekeken bij tweetalige kinderen die na hun derde jaar een tweede taal verworven. Er is echter relatief weinig onderzoek gedaan naar referentie bij kinderen die vanaf hun geboorte simultaan met twee talen zijn opgegroeid en specifiek als het gaat om Nederlands-Russische kinderen. Simultaan Nederlands-Russische kinderen verwerven vanaf hun geboorte, één taal waar lidwoorden in gebruikt worden en één taal waar deze niet in toegepast worden. In dit onderzoek zijn referentiële uitdrukkingen onderzocht aan de hand van de verhalen van zevenjarige simultaan Nederlands-Russische kinderen, zevenjarige eentalige Nederlandse kinderen en eentalige Nederlandse volwassenen. De resultaten wijzen uit dat de zevenjarige simultaan tweetalige kinderen weinig verschillen van de eentalige leeftijdsgenoten en de volwassenen in het produceren van referentiële uitdrukkingen. De groepen proefpersonen refereren grotendeels middels vaste vorm-functiecombinaties afkomstig uit de Nederlandse taal. Zij introduceren referenten voornamelijk met onbepaalde naamwoordgroepen en zetten referenten voort door middel van vooral pronominale aanwijzende voornaamwoorden. Ook herintroduceren zij referenten grotendeels met bepaalde naamwoordgroepen. De tweetalige kinderen gebruiken iets meer persoonlijke voornaamwoorden bij overschakeling dan de eentalige kinderen en de volwassenen. Er is echter geen sprake van interferentie, waarbij de Russische taal invloed heeft op de Nederlandse taal. Zo hebben de zevenjarige simultaan tweetalige kinderen geen taalachterstand ten opzichte van hun eentalige leeftijdsgenoten als het gaat om het weglaten van lidwoorden bij introductie en herintroductie. In tegenstelling tot hun eentalige leeftijdsgenoten overexpliciteren de zevenjarige tweetalige kinderen bij voortzetting om niet ambigu te zijn. Net als de tweetalige kinderen verschillen ook de eentalige kinderen weinig van de volwassenen in het produceren van referentiële uitdrukkingen. De twee- en eentalige kinderen gebruiken alleen vaker bepaalde naamwoordgroepen bij introductie dan de volwassenen. De zevenjarige kinderen zijn namelijk niet volledig in staat om onbepaalde naamwoordgroepen te gebruiken voor het introduceren van nieuwe informatie. In dit onderzoek blijkt dat de zevenjarige kinderen hier moeite mee hebben ongeacht zij één of twee talen verwerven.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2782653 bytes
dc.format.extent2563411 bytes
dc.format.extent27488 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe invloed van tweetaligheid op de productie van referentiële uitdrukkingen in verhalen
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordstweetaligheid
dc.subject.keywordssimultaan tweetaligheid
dc.subject.keywordsreferentie
dc.subject.keywordsreferentiele coherentie
dc.subject.keywordsreferentiele markeringen
dc.subject.courseuuCommunicatiestudies


Files in this item

Thumbnail
Thumbnail
Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record