dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Trommelen, M. | |
dc.contributor.author | Bais, S.J. | |
dc.date.accessioned | 2011-07-20T17:03:31Z | |
dc.date.available | 2011-07-20 | |
dc.date.available | 2011-07-20T17:03:31Z | |
dc.date.issued | 2011 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7473 | |
dc.description.abstract | Bij dit onderzoek is gekeken naar de vervoeging van nonsenswerkwoorden. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen kinderen en volwassenen en het blijkt dat deze twee groepen anders met de vervoeging omgaan. Bij de vorming van de verleden tijd bij kinderen is er meer sprake van de toepassing van de ‘default’. Wel is al een gevoel voor patroonassociaties aanwezig. Bij de vorming van de verleden tijd bij de volwassenen is er vooral sprake van de toepassing van patroonassociaties. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 1379328 bytes | |
dc.format.mimetype | application/msword | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | Ik schreef/sprijfde/spreef/spraaf een eindwerkstuk
Over het vervoegen van onregelmatige werkwoorden | |
dc.type.content | Bachelor Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | patroonassociaties, kinderen, volwassenen, default | |
dc.subject.courseuu | Nederlandse taal en cultuur | |