De invloed van herhaaldelijk controleren en depressieve symptomen op geheugenonzekerheid

Abstract

Patiënten met de obsessief-compulsieve stoornis (OCS) hebben de neiging handelingen herhaaldelijk te controleren, om zekerheid te verkrijgen dat de handeling daadwerkelijk en correct verricht is. In onderzoek bij gezonde proefpersonen en patiënten met OCS, bleek deze handeling echter een paradoxaal effect te hebben; het verlaagde de zekerheid, levendigheid en gedetailleerdheid van het geheugen, terwijl de accuraatheid gelijk bleef. In de huidige studie is getracht deze bevindingen te repliceren met een groep patiënten met OCS, een groep patiënten met een andere angststoornis en een gezonde controlegroep. In plaats van realistische figuren werd gebruik gemaakt van abstracte figuren. Ook is onderzocht of depressieve symptomen het effect van herhaaldelijk controleren op geheugenonzekerheid beïnvloeden. In een computerexperiment werd de participanten gevraagd figuren herhaaldelijk te activeren, deactiveren en te controleren. In dit onderzoek werd een effect gevonden van herhaaldelijk controleren op levendigheid van het geheugen. Er werden echter geen effecten gevonden op accuraatheid, zekerheid en gedetailleerdheid van het geheugen. Ook bleken de drie groepen niet van elkaar te verschillen en had het toevoegen van de BDI-score geen effect op de resultaten. Het feit dat er slechts één significant effect werd gevonden, had waarschijnlijk te maken met een structurele fout in de vragenlijst. Op basis van eerdere onderzoeken werd verwacht dat de verwachte effecten wel zouden zijn gevonden wanneer de vragen juist geformuleerd waren. Er worden implicaties voor de klinische praktijk en suggesties voor vervolgonderzoek gegeven.