dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | van Esch, dr. F.A.W.J. | |
dc.contributor.author | Boonzaaijer, M.V. | |
dc.date.accessioned | 2010-11-02T18:00:56Z | |
dc.date.available | 2010-11-02 | |
dc.date.available | 2010-11-02T18:00:56Z | |
dc.date.issued | 2010 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/6103 | |
dc.description.abstract | Oekraïne en Servië zijn in termen van economie, staatschap en historie relatief gelijk te noemen. Beide landen hebben te kennen gegeven dat zij de ambitie hebben om toe te treden tot de Europese Unie. Op basis van het Europese verdrag mogen zowel Oekraïne als Servië tot de Europese Unie behoren omdat zij zich beide op Europees grondgebied bevinden.
Toch lijkt de Europese Unie Oekraïne als potentieel nieuw lid (voorlopig) af te houden. Een helder perspectief op lidmaatschap, waar het land zo naar hunkert, blijft namelijk uit. Servië heeft dit perspectief echter wel gekregen toen zij tot Potentiële Kandidaat Lidstaat werd benoemd.
Dit onderzoek heeft tot doel de motivatie hierachter te bloot te leggen. Het tracht te begrijpen
en verklaren waarom de Europese Unie handelt zoals zij in deze gevallen handelt.
Het doel van dit onderzoek is om inzicht te verkrijgen in welke motivaties bij Europese Unie bepalend zijn voor haar extern beleid ter behoeve van (toekomstige) uitbreiding, opdat zij er toe hebben geleid dat het Servië wel een perspectief op lidmaatschap heeft, door middel van de toekenning van de status van potentiële kandidaat lidmaatschap, en Oekraïne niet.
Deze motivaties zijn ingedeeld naar rationalistische motieven en constructivisme motieven. Rationalistische motieven vallen binnen de rationalistische theorieën van internationale betrekkingen te plaatsen. Constructivistische motieven vallen binnen de leer van het constructivisme te plaatsten. De twee stromingen bieden contrasterende verklaringen voor de bepaling van extern beleid. Dit onderzoek bevraagt zich welke van de twee theorieën het meest verklarend is voor de situatie.
Het onderzoek is kwalitatief van aard. Het vergelijkt de contrasterende situatie (De ene staat is wel een ‘Potentiële Kandidaat Lidstaat’ en de andere niet) van de casussen Servië en Oekraïne. Er is gewerkt met documentenanalyse en interviews.
Er zijn voornamelijk rationalistische motieven doorslaggevend gebleken voor de contrasterende situatie. De Europese Unie beredeneert in grotere mate in termen van de rationalistische logic of consequences ten overstaande van de constructivistische logic of appropriateness Geconcludeerd kan worden dat (1) timing (2) de mate van divergentie onder de lidstaten, (3) de grootte van het (derde) land, (4) geografische proximiteit en (5) de mate van fragiliteit van een staat bepalend voor het al dan niet verschaffen van een perspectief op lidmaatschap. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 979903 bytes | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | Neighbours or
Flatmates?
Potentiële Kandidaat Lidstaat stelling van de EU:
EU Perspectief voor Servië en Oekraïne | |
dc.type.content | Bachelor Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | Europese Unie, toekomstige EU-uitbreiding, Servie, Oekraine, EU, Rationalisme, Constructivisme, Internationale betrekkingen, perspectief op lidmaatschap, potentiele kandidaat lidstaat | |
dc.subject.courseuu | Bestuurs- en organisatiewetenschap | |