Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSteenman, S.C.
dc.contributor.authorLaport, J.
dc.date.accessioned2010-11-01T18:01:11Z
dc.date.available2010-11-01
dc.date.available2010-11-01T18:01:11Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/6039
dc.description.abstractDit onderzoek is tot stand gekomen naar aanleiding van het rapport van de commissie Dijsselbloem waar de conclusie van is dat er een daling in de kwaliteit van het onderwijs te zien is. Deze daling moet reden zijn tot zorg van de overheid die onder andere door middel van de onderwijsinspectie de kwaliteit probeert te waarborgen. De onderwijsinspectie moet basisscholen controleren en adviseren over hun sterke en zwakke punten. Er is alleen geen zekerheid dat de docenten het advies van de onderwijsinspectie ook daadwerkelijk in praktijk brengen. Een belangrijke factor die dit laatste bepaalt is het beeld dat docenten hebben van de onderwijsinspectie. Als docenten een positief beeld hebben van de inspectie zullen zij dit advies waarschijnlijk ook ten uitvoering brengen, terwijl zij als ze een slecht beeld hebben van de inspectie dit niet zullen doen. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te bieden in de invloed van concrete ervaringen van docenten met de onderwijsinspectie op het beeld dat docenten hebben van de onderwijsinspectie. Uit dit onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen de ervaringen die docenten hebben met de onderwijsinspectie en het uiteindelijke beeld dat zij hier van hebben. De docenten uit dit onderzoek beoordelen hun ervaring met de onderwijsinspectie heel gemiddeld. Het algemene beeld dat zij hebben van de onderwijsinspectie beoordelen zij iets lager, maar nog steeds voldoende. De beoordeling wijst er niet op dat docenten een slechte ervaring of beeld hebben van de onderwijsinspectie, maar deze zijn ook niet zeer goed te noemen. Dit komt gedeeltelijk doordat de docent vindt dat de docent niet op de school aanwezig is. De docent ziet de inspectie weinig en heeft daardoor het idee dat deze geen realistisch beeld heeft en misschien zelfs niet het beste met de school voor heeft. Uit het onderzoek is ook een andere factor te onderscheiden, namelijk de relatie tussen de docent en de onderwijsinspectie. Deze factor blijkt erg bepalend voor het uiteindelijke beeld dat de docent heeft van de onderwijsinspectie. Wanneer de inspectie er voor zorgt dat de relatie met de docent is , dan zal het beeld van de docenten ook goed zijn en de daadwerkelijke ervaring met de onderwijsinspectie is dan minder bepalend voor het beeld. Deze relatie wordt vooral bepaald door interactie met de inspectie en ook deze gegevens lijken er op te wijzen dat de inspectie vaker langs moet komen. De relatie met de onderwijsinspectie wordt nu door de docenten met een kleine voldoende beoordeeld en laat veel ruimte voor verbetering. Naar aanleiding van de literatuur is ook de conclusie te trekken dat het waarschijnlijk verstandiger is voor de onderwijsinspectie om vaker te inspecteren op scholen. Door vaker op scholen te inspecteren en meer met de docent in gesprek te gaan kunnen de ervaringen en het beeld dat docenten hebben van de onderwijsinspectie verbeterd worden. De relatie tussen beide partijen verbeterd dan en de effectiviteit van de inspectie neemt toe omdat de inspectie een realistischer beeld heeft van de klas en de docent een beter beeld heeft van de inspectie.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent577457 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleErvaren docenten
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsDocenten
dc.subject.keywordservaring
dc.subject.keywordsonderwijsinspectie
dc.subject.keywordsbeeldvorming
dc.subject.courseuuBestuurs- en organisatiewetenschap


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record