| dc.description.abstract | In deze masterthesis is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag, wat de invloed is van Nederlands topsportsucces op gevoelens van nationale trots en verbondenheid van Nederlanders in de periode voorjaar 2008 tot en met voorjaar 2010. Aan de hand van een literatuurstudie zijn hypothesen opgesteld aangaande de invloed van geslacht, opleidingsniveau, etniciteit, sportinteresse, sportbetrokkenheid en zelf sporten in relatie tot gevoelens van nationale trots en verbondenheid. Daarnaast zijn er interactiehypothesen met dezelfde variabelen in combinatie met een tijdvariabele opgesteld. Vervolgens is er een monitor met betrekking tot gevoelens van nationale trots en verbondenheid van het W.J.H. Mulier Instituut gebruikt als databestand. Door middel van verschillende regressie analysen zijn de hypothesen getoetst. Ook is er één focusgroep gehouden onder Nederlands-Turkse jongeren.
Uit de resultaten blijkt, dat topsportprestaties in het algemeen niet leiden tot sterkere gevoelens van nationale trots en verbondenheid. Wanneer gekeken wordt naar de periode mei 2008 tot en met maart 2010 blijkt, dat gevoelens van trots en verbondenheid stabiel zijn en niet of slechts licht sterker worden rondom sportieve evenementen. Er zijn verschillen gevonden voor opleidingsniveau, etniciteit, sportinteresse en zelf sporten tussen perioden met en perioden zonder grote sportevenementen aangaande gevoelens van trots en verbondenheid. Uit de focusgroep kwam naar voren, dat de jongeren gevoelens van dubbele loyaliteit hebben met betrekking tot Turkije en Nederland. | |
