Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorKleber, R.
dc.contributor.authorSibma, A.C.
dc.date.accessioned2010-09-30T17:00:45Z
dc.date.available2010-09-30
dc.date.available2010-09-30T17:00:45Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/5832
dc.description.abstractDe meeste onderzoeken over de verbanden tussen de opvoedende relatie en de ontwikkeling van het kind zijn verricht binnen de westerse populatie. Met dit onderzoek is geprobeerd aan te tonen of dergelijke verbanden binnen een steekproef met verschillende culturele achtergronden bestaan. Wanneer er duidelijkheid bestaat over deze relaties en het verschil tussen culturen, kunnen signalering, preventie en interventie op een adequate en cultuursensitieve manier plaatsvinden. De onderzoeksgroep bestaat uit asielzoeker- en vluchtelingengezinnen, met jonge kinderen tussen één en vier jaar oud. De kinderen zijn geboren in Nederland. De groep is een combinatie van een klinische groep en een non-klinische groep. Deze indeling is gebaseerd op de mate van Post-Traumatische Stress Stoornis (PTSS) bij de ouder. Het onderzoek is niet cultuurgebonden, echter de twee grootste groepen komen uit het Midden-Oosten en Afrika. Deze twee culturele groepen zijn, naast de volledige steekproef, ook apart onderzocht. Om de kwaliteit van de interactie te bepalen is de mate van dissocciatie en extreem insensitief gedrag van de ouders bepaald. Dit werd gedaan met een observatie-instrument, Dissociative and extremely Insensitve Parenting (DIP). Daar tegenover is de ontwikkeling van het kind op de volgende drie gebieden onderzocht; de emotionele, mentale en motorische ontwikkeling. De emotionele ontwikkeling is gemeten met behulp van een lijst ingevuld door de ouders, namelijk de Child Behavior Check List (CBCL) 1,5-5. De mentale en motorische ontwikkeling is gemeten met behulp van een gestructureerd observatie-instrument, de Bayley Scales of Infant Development – second edition (BSID-II). Het kon niet aangetoond worden dat de ouder-kind interactie een significante invloed heeft op de ontwikkeling van het jonge kind. Opvallend is wel gebleken dat binnen Afrikaanse gezinnen dissociatief gedrag van de ouder een minder goede mentale en motorische ontwikkeling lijkt te voorspellen. Daarnaast lijkt insensitief gedrag te leiden tot een betere mentale en motorische ontwikkeling van het kind, bij gezinnen uit het Midden-Oosten.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent386886 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe invloed van de interactie tussen ouder en kind op de ontwikkeling van het jonge kind.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsOuder-kind interactie
dc.subject.keywordsextreme insensitiviteit
dc.subject.keywordsdissociatie
dc.subject.keywordsvluchtelingen en asielzoekers
dc.subject.keywordspost-traumatische stress stoornis
dc.subject.keywordsontwikkeling.
dc.subject.courseuuKlinische en Gezondheidspsychologie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record