Siblingrelaties en probleemgedrag van vroeg-adolescenten

Abstract

Uit eerdere onderzoeken blijkt dat conflicten binnen de siblingrelatie de kans op externaliserend en internaliserend probleemgedrag vergroot. Dat warmte binnen de siblingrelatie invloed heeft op externaliserend en internaliserend probleemgedrag is echter niet heel duidelijk uit eerdere onderzoeken naar voren gekomen. Om gedragsproblemen te voorkomen en te verhelpen, is het van belang om verder onderzoek te doen naar de consequenties van siblingrelaties. De kwaliteit van de relatie tussen siblings, beoordeeld op de factoren conflict en warmte, is hierbij belangrijk. In dit onderzoek wordt verwacht dat conflicten binnen de siblingrelatie de kans op zowel externaliserend als internaliserend probleemgedrag vergroot. Er wordt verwacht dat warmte binnen de siblingrelatie de kans op externaliserend probleemgedrag vermindert, maar er zijn geen verwachtingen over de relatie tussen warmte binnen de siblingrelatie en internaliserend probleemgedrag. Om deze hypothesen te toetsen is gebruik gemaakt van twee vragenlijsten, die ingevuld zijn door 283 vrouwelijke- en 290 mannelijke vroeg-adolescenten. Nadat twee multipele regressieanalyses zijn uitgevoerd, blijkt dat conflicten binnen de siblingrelatie een significante invloed hebben op zowel externaliserend als internaliserend probleemgedrag. Er zijn geen significante resultaten gevonden voor de invloed van warmte binnen de siblingrelatie op zowel externaliserend als internaliserend probleemgedrag. Geconcludeerd kan worden dat hoe meer conflicten er binnen de siblingrelatie zijn, hoe meer er externaliserend en internaliserend probleemgedrag wordt vertoond. Tot slot zijn enkele punten uit dit onderzoek ter discussie gesteld en worden er suggesties gedaan voor vervolgonderzoek.