Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorJansen, F.
dc.contributor.advisorMak, W.M.
dc.contributor.authorPlancken, V.
dc.date.accessioned2010-08-24T17:01:25Z
dc.date.available2010-08-24
dc.date.available2010-08-24T17:01:25Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/5293
dc.description.abstractVoor de begrijpelijkheid en de leesbaarheid van een tekst is het van belang dat tekstdelen goed op elkaar aansluiten en dat ingewikkelde zinsdelen achteraan in de zin geplaatst worden. Een punctuele schrijver zal hier rekening mee houden bij het opstellen van zijn tekst. Maar hoe zal het gaan als de schrijver weinig tijd wil of kan besteden aan zijn tekst? Aan het schrijven van een e-mailbericht wordt doorgaans minder tijd besteed dan aan het opstellen van een nieuwsbrief. Zal de schrijver van een e-mailbericht daarom ook meer gebruik maken van bijzinnen dan de schrijver van een nieuwsbrief? En hoe zit het met de plaats van deze bijzinnen in de inbeddende zin? De resultaten van dit corpusonderzoek hebben uitgewezen dat er in e-mailberichten vaker een bijvoeglijke bijzin gebruikt wordt voor het geven van achtergrondinformatie dan in nieuwsbrieven, terwijl schrijvers van nieuwsbrieven hierbij vaker voor een aparte hoofdzin kiezen. Deze bevinding dient echter genuanceerd te worden omdat er met een regressie analyse is aangetoond dat dit resultaat het gevolg is van een ander kenmerk van het genre, namelijk de zinslengte. De tweede hypothese kan gedeeltelijk worden aangenomen: bijvoeglijke bijzinnen komen in nieuwsbrieven inderdaad het vaakst achteraan in de zin voor, terwijl zij in e-mails ook op andere plaatsen voorkomen. Maar het blijkt niet zo te zijn dat de bijzinnen in nieuwsbrieven meestal samen met hun antecedent achteraan in de zin staan, terwijl dat verschil in e-mails minder is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent552690 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleBijzin? Liever achteraan in de zin. Een corpusonderzoek naar het voorkomen van bijvoeglijke bijzinnen in digitale nieuwsbrieven en e-mails.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsbijvoeglijke bijzin, hoofdzin, inbeddende zin, corpusonderzoek
dc.subject.courseuuCommunicatiestudies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record