dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Sonnenschein, Johan | |
dc.contributor.author | Kater, Iris | |
dc.date.accessioned | 2025-08-29T00:03:02Z | |
dc.date.available | 2025-08-29T00:03:02Z | |
dc.date.issued | 2025 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/50130 | |
dc.description.abstract | Dit onderzoek verweeft inzichten uit mad studies-hoek met narratologie. Daartoe schets ik in het theoretisch kader de meerlagigheid van het begrip “waanzin”. Dat leidt niet tot een afgeronde definitie, maar wel tot een beeld van de verschillende facetten van betekenisgeving aan waanzin. Twee uitgangspunten liggen ten grondslag aan dit onderzoek. Ten eerste een ontkenning van de binaire tegenstelling tussen waanzin en R/rede. Ten tweede ga ik ervan uit dat de ervaring van waanzin niet te reduceren is tot de fenomenologie van het individu. Wat als waanzin wordt begrepen is maatschappelijk en door de medische wetenschap gevormd. Waanzin is niet louter een individuele aangelegenheid.
In de methode maak ik een vertaalslag van het interdisciplinaire vakgebied mad studies naar de literatuurwetenschap. Daarbij vergelijk ik mijn methode met eerder literatuurwetenschappelijk onderzoek naar waanzin, dat niet expliciet vanuit een mad studies-kader vertrekt. Daarnaast kijk ik naar literatuurwetenschappers die werken in het aanverwante disability studies-veld.
Mijn corpus bestaat uit drie romans: Van de koele meren des doods (1900) van Frederik van Eeden, Krankzinnigen (1929) van Fré Dommisse en De man van veel (2013) van Karin Amatmoekrim. Belangrijke begrippen voor mijn analyse zijn de verteller/vertelinstantie, focalisatie en chronotopie. De waanzinnige personages die deze romans bevolken verhouden zich op verschillende manieren ten opzichte van de vertelinstantie. Die verhouding uitpluizen betekent de gezichtspunten onderzoeken van waaruit waanzin bekeken wordt. In tegenstelling tot eerdere narratologische studies over waanzin legt dit onderzoek nadruk op de politieke en ethische implicaties van waanzin (toeschrijven), door "waanzinnige" vertellers/focalisators als hypothetisch begrijpelijk en in principe betrouwbaar te beschouwen en daarnaast door de medisch en psychosociaal gevormde blikken op waanzin te problematiseren, ook binnen literaire werken.
Uit de analyses blijken drie mogelijke verhoudingen tussen vertelinstantie/-wijze en waanzin: van een verklarende, afstandelijke benadering (Van de koele meren des doods) tot een ontregelende weergave vanuit waanzin zelf (Krankzinnigen) en een verbeelding die de maatschappelijke wortels van woede, als waanzin begrepen, blootlegt (De man van veel). Literatuur lezen met een mad studies-blik betekent wantrouwend staan tegenover het ordenend principe van de tekst. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.language.iso | NL | |
dc.subject | Dit onderzoek verweeft inzichten uit mad studies-hoek met narratologie. De romans die mijn corpus uitmaken, zijn Van de koele meren des doods (1900) van Frederik van Eeden, Krankzinnigen (1929) van Fré Dommisse en De man van veel (2013) van Karin Amatmoekrim. | |
dc.title | Tot in de puntjes ontregeld. Waanzinnige blikken en blikken op waanzin in Nederlandstalige romans. | |
dc.type.content | Master Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | mad studies ; focalisatie ; narratologie ; chronotoop ; psychiatrie ; ontregeling | |
dc.subject.courseuu | Dutch Literature and Culture | |
dc.thesis.id | 53100 | |