Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBelder, Marijke de
dc.contributor.authorJansonius, Daphne
dc.date.accessioned2025-08-22T23:01:16Z
dc.date.available2025-08-22T23:01:16Z
dc.date.issued2025
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/49993
dc.description.abstractHet Nederlandse geslachtssysteem lijkt te veranderen van een grammaticaal in een semantisch systeem, waarbij onder andere pronominale verwijzingen niet meer gebaseerd zijn op het woordgeslacht van het antecedent, maar op de conceptuele eigenschappen van de referent. Eerder onderzoek wijst uit dat deze verschuiving verder gevorderd is in het noorden dan in het zuiden van het Nederlandse taalgebied (De Vogelaer & De Sutter, 2011). Ook zijn er diverse taalinterne factoren geïdentificeerd die het verwijsgedrag van taalgebruikers beïnvloeden. Zo toont Audring (2009) aan dat semantische verwijzing waarschijnlijker wordt naarmate de afstand tussen het antecedent en anaforisch pronomen groter wordt. Audring vond dit effect voor zowel woordafstand als syntactische afstand, al werd die laatste slechts grof gemeten op conversatieniveau. Met de huidige studie is daarom het effect van syntactische afstand op zinsniveau onderzocht en vergeleken met de invloed van lineaire afstand. Aangenomen werd dat semantische congruentie over lange afstanden voornamelijk gestuurd wordt door cognitieve overbelasting, en niet zozeer het gevolg is van syntactische complexiteit. De verwachting was daarom dat semantische congruentie waarschijnlijker was in zinnen met een lineair lange afstand dan in zinnen met een syntactisch lange afstand. Aan de hand van een enquête is Nederlanders en Vlamingen gevraagd hoe zij pronominaal verwijzen in zinnen met een syntactisch en lineair lange afstand tussen het antecedent en anaforisch pronomen. De resultaten laten zien dat Nederlanders zoals verwacht vaker semantisch verwijzen dan Vlamingen, en er wordt door Vlamingen vaker semantisch verwezen als de afstand groter is. Tegen de verwachting in blijkt het type afstand echter geen verschil te maken: syntactische en lineaire afstand vergroten de kans op semantische congruentie in gelijke mate. Desondanks wijzen de resultaten voorzichtig in de richting van werkgeheugenbelasting als onderliggende oorzaak van de vergrote kans op semantische congruentie met een langere afstand. Het hier gevonden effect van afstand is namelijk veel kleiner dan het effect dat Audring (2009) vond, mogelijk doordat het huidige experiment minder cognitieve (over)belasting veroorzaakte. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen hoe moedertaalsprekers van het Nederlands pronominaal verwijzen in zinnen van verschillende lengten als teruglezen niet mogelijk is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectIn dit onderzoek wordt ingegaan op de variatie met betrekking tot de congruentie tussen het antecedent en het anaforisch pronomen, met de nadruk op de invloed van het type afstand tussen die twee op het verwijsgedrag van de taalgebruiker. Het is daarbij de vraag of syntactische dan wel lineaire afstand een grotere waarschijnlijkheid van semantische congruentie oplevert.
dc.titleTussen vorm en betekenis: congruentie op afstand
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsgeslacht; geslachtsmarkeringen; geslachtssysteem; congruentie; antecedent; pronomen; verwijzen; afstand; semantisch; syntactisch; taalverandering
dc.subject.courseuuMultilingualism and Language Acquisition
dc.thesis.id52516


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record