Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributorDr. Inge Wissink
dc.contributor.advisorWissink, I.B.
dc.contributor.authorBloemberg, Anna
dc.date.accessioned2025-08-14T00:01:47Z
dc.date.available2025-08-14T00:01:47Z
dc.date.issued2025
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/49709
dc.description.abstractDe doelen van het huidige onderzoek waren (1) inzicht krijgen in risicofactoren voor het plegen van ongewenste sexting door jongeren, (2) ervaringen van professionals met bestaande preventie- en interventieprogramma’s onderzoeken, (3) verbeterpunten voor deze programma’s in kaart brengen en (4) meningsverschillen onderzoeken tussen professionals werkzaam binnen en buiten de forensische jeugdzorg. Het onderzoek had een exploratief, multi-methodisch design, waarbij gegevens werden verzameld via interviews (N = 15) en een online enquête (N = 38) onder professionals. Deze onderzoeksmethoden bevatten open en gesloten vragen over de risicofactoren, ervaringen en verbeterpunten. Resultaten van de kwalitatieve gegevens werden geanalyseerd aan de hand van de methode van Boeije en Grounded Theory. Hieruit bleek dat risicofactoren afkomstig zijn van verschillende niveaus: individueel (bijv. gebrek aan bewustzijn), gezinscontext (bijv. opvoedstijl), vrienden (bijv. groepsdruk), sociale norm en gelegenheid. Volgens professionals hadden positieve ervaringen met programma’s voornamelijk te maken met het vergroten van kennis en vaardigheden bij jongeren. Ervaren knelpunten waren een gebrek aan medewerking en verantwoordelijkheid binnen het systeem van een jongere. Genoemde verbeterpunten, zoals meer herhaling, een positievere aanpak en systeemgericht werken, sluiten aan bij het Risk-Need-Responsivity (RNR) model. Kwantitatieve gegevens, die meningsverschillen tussen professionals onderzochten, werden geanalyseerd met een chi-kwadraattoets, Friedman en Mann-Whitney U-toets. Geen van deze toetsen was statistisch significant. Implicaties van het huidige onderzoek zijn onder andere het inzetten van een VR-bril, ervaringsdeskundigen en influencers. Voor toekomstig onderzoek wordt aanbevolen de effectiviteit van deze nieuwe methoden te onderzoeken. Sleutelwoorden: het plegen van ongewenste sexting, jongeren, risicofactoren, programma’s
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectDe doelen van het huidige onderzoek waren (1) inzicht krijgen in risicofactoren voor het plegen van ongewenste sexting door jongeren, (2) ervaringen van professionals met bestaande preventie- en interventieprogramma’s onderzoeken, (3) verbeterpunten voor deze programma’s in kaart brengen en (4) meningsverschillen onderzoeken tussen professionals werkzaam binnen en buiten de forensische jeugdzorg.
dc.titleHoe kan het plegen van ongewenste sexting onder jongeren beter worden tegengegaan? Het perspectief van professionals
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuClinical Child, Family and Education Studies
dc.thesis.id51490


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record