dc.description.abstract | Jongeren eten niet gezond (genoeg) en bewegen te weinig. Om jongeren te motiveren zich gezonder te gedragen is het belangrijk te weten of jongeren die ongezond leven, zich ook ongezond voelen. In dit onderzoek is onderzocht of eet- en beweegpatroon, Body Mass Index (BMI) en lichaamsbeeld voorspellers zijn van ervaren gezondheid, en of dit verschilt voor jongens en meisjes. Daarnaast is onderzocht of er samenhang bestaat tussen het eet- en beweegpatroon, BMI en lichaamsbeeld van jongeren. Cross-sectionele data van het Nederlandse Health Behavior in Schoolaged Childeren (HBSC) onderzoek (N= 2589) zijn gebruikt. Met factoranalyse is onderzocht of er samenhang bestaat in het eetpatroon van jongeren. Data zijn geanalyseerd met multipele hiërarchische regressieanalyse met eet- en beweegpatroon, BMI en lichaamsbeeld als onafhankelijke, en ervaren gezondheid als afhankelijke variabele. Alle relaties zijn getoetst op een moderatie-effect van sekse. Logistische regressieanalyse is gebruikt om de samenhang tussen de voorspellers te toetsen. Uit de resultaten blijkt dat het eetpatroon van jongeren bestaat uit de dimensies gezond en ongezond eten, welke negatief correleren. Ervaren gezondheid hangt samen met gezond eet- en beweeggedrag: hoe vaker jongeren groente en fruit eten, ontbijten en bewegen, hoe gezonder zij zich voelen. Daarnaast voelen jongeren die tevreden zijn over hun lichaam zich gezonder dan jongeren die ontevreden zijn. Deze gevonden relaties gelden voor zowel jongens als meisjes. Meisjes voelen zich echter wel vaker ongezond dan jongens. De laatste voorspeller voor ervaren gezondheid is leeftijd: naarmate jongeren ouder worden voelen zij zich minder gezond. Ten slotte bestaat er samenhang tussen het eet- en beweegpatroon, BMI en lichaamsbeeld. Opvallend is dat frisdrank drinken en snoep, snacks en zoutjes eten niet blijkt samen te hangen met ervaren gezondheid. De resultaten suggereren dat interventies gericht op de ongezonde leefstijl van jongeren het meest effectief zullen zijn wanneer de focus niet ligt op het tegengaan van het eten van ongezonde dingen, maar juist op het aansporen van beweging, ontbijten en het eten van groente en fruit. | |