Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSonnenschein, Johan
dc.contributor.authorBoot, Irene
dc.date.accessioned2025-07-17T00:01:30Z
dc.date.available2025-07-17T00:01:30Z
dc.date.issued2025
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/49248
dc.description.abstractDeze masterscriptie onderzoekt hoe de rol van zelfbeschikking bij de beoordeling van euthanasieverzoeken door artsen is veranderd sinds de invoering van de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL) in 2002. Waar bij de invoering van de WTL barmhartigheid, het verlichten van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, de rechtvaardiging van euthanasie was, is in de praktijk een geleidelijke verschuiving zichtbaar naar een grotere nadruk op zelfbeschikking van de patiënt. Deze ontwikkeling roept vragen op over de balans tussen de professionele verantwoordelijkheid van artsen en de zelfbeschikking van patiënten in de besluitvorming rondom euthanasie. Het onderzoek is opgebouwd rond drie deelvragen: (1) hoe zelfbeschikking binnen de medische ethiek en literatuur door de jaren heen is gepositioneerd, (2) hoe dit principe in opeenvolgende wetsevaluaties van de WTL is behandeld, en (3) hoe artsen in de huidige praktijk omgaan met zelfbeschikking bij de beoordeling van euthanasieverzoeken. Door een combinatie van literatuurstudie en semigestructureerde interviews met experts uit de medische, juridische en ethische praktijk, biedt dit onderzoek een interdisciplinair perspectief op de ontwikkeling van het principe van zelfbeschikking. Uit de analyse blijkt dat zelfbeschikking juridisch geen afdwingbaar recht is, maar binnen de praktijk steeds zwaarder weegt. Evaluaties van de WTL tonen een verschuiving van een medisch-professioneel model naar een model waarin de persoonlijke ervaring van lijden en de wens van de patiënt zwaarder meewegen. Tegelijkertijd blijft de arts juridisch de eindverantwoordelijke voor zowel de besluitvorming als de uitvoering van euthanasie. Deze spanning vraagt om herbezinning op de rol van de arts, de interpretatie van zorgvuldigheidseisen, en de vraag welke plaats zelfbeschikking in de toekomst moet innemen in de euthanasiepraktijk. Deze scriptie geeft inzicht in de ontwikkeling van het principe van zelfbeschikking binnen de WTL en de gevolgen daarvan voor de rol van de arts in de besluitvorming. Door het spanningsveld tussen wetgeving, medische ethiek en de praktijk van euthanasie te analyseren, levert dit onderzoek een bijdrage aan het bredere debat over de toekomst van zelfbeschikking in de euthanasiewet.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectDe rol van zelfbeschikking in de Wet Toetsing Levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding op verzoek (WTL) sinds 2002. In deze scriptie is onderzocht hoe de rol van zelfbeschikking is veranderd en wat de gevolgen zijn voor de rol van de arts.
dc.titleDe veranderende rol van zelfbeschikking
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsZelfbeschikking, euthanasie, artsen
dc.subject.courseuuMedical Humanities
dc.thesis.id48361


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record