Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBouvy, M.L.
dc.contributor.authorHu, Weijie
dc.date.accessioned2025-01-02T01:02:35Z
dc.date.available2025-01-02T01:02:35Z
dc.date.issued2025
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/48344
dc.description.abstractAchtergrond Er zijn hedendaags te veel voorkombare medicatie-gerelateerde ziekenhuisopnames (“Hospital Admissions Related to Medication” (HARM’s). Antistollingsmedicatie speelt een grote rol in het veroorzaken van voorkombare HARMs. Ondanks aanbevelingen en maatregelen om deze HARMs te verminderen, blijft het aantal voorkombare HARMs die veroorzaakt worden door antistolling stabiel. Jonge ‘junior doctors’ maken de meeste voorschrijffouten én deze jonge artsen schrijven ook het meest voor. Van deze junior doctors wordt de werkvloerprestatie gelinkt aan schoolprestaties, met name aan het gemiddelde cijfer. Eerdere studies constateerde slechte cijfers op het gebied van antistollingsvragen op de Landelijke farmacotherapie eindtoets (FTE). Betere antistollingsonderwijs wat leidt tot betere cijfers op dit gebied zouden volgens de hiervoor genoemde verband moeten leiden tot betere werkvloer prestatie en uiteindelijk minder voorkombare HARM’s met antistollingsmedicatie. Doelstelling Dit onderzoek is verricht om mogelijkheden te identificeren om antistollingsonderwijs te verbeteren op geneeskundestudies door FTE antistollingsscores op de Erasmus University Rotterdam (EUR), Leiden University (LEI), Radboud Universiteit Nijmegen (RU) en de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU), het in kaart gebrachte curriculum and praktisch voorschrijfdata en ervaring te analyseren. Methode Een triangulatie is gebruikt om de vraag te beantwoorden. Ten eerste zijn de antistollingsscores op de FTE toetsen geanalyseerd om beter en slechter scorende universiteiten te identificeren. Dit werd gedaan voor geneesmiddelgroepen en onderwerpen. Daarna is een grove analyse uitgevoerd op de verzamelde data van het in kaart gebrachte curriculum van de vier voorgaande studies. Tot slot zijn klinische voorschriften bekeken en zijn er interviews gevoerd met jonge artsen. Resultaten Over het algemeen hadden Uni1 en Uni4 de twee hoogste scores. Uni1 presteert beter dan Uni2 en Uni3 met TAI vragen. Bij VKA’s is dit de Uni4. In deze geneesmiddelgroep scoort Uni4 beter dan Uni2 en Uni3. Leiden scoort lager dan de andere drie geneeskundefaculteiten met LMWH’s en DOAC’s. Voor deze twee geneesmiddelgroepen scoren Uni2 en Uni1 respectievelijk het beste. Het in kaart gebrachte curriculum laat zien dat in Uni3 de meeste tijd zit tussen de laatste antistollingslesmateriaal en het FTE. Uni1 heeft de kortste periode. Uni2 en Uni4 hebben een vergelijkbare ‘pauzeduur’. De geïnterviewde artsen kunnen zich niet veel herinneren over het antistollingsonderwijs of het FTE tijdens de studie. Wel zijn de meningen positief over het FTE, met name over de FTE reader. Klinische voorschriften en ervaring suggereert dat fouten door dubbel medicatie, interacties, dosering en contra-indicatie mogelijk zijn. Conclusie Er waren vier mogelijkheden geïdentificeerd om antistollingsonderwijs te verbeteren op de vier deelnemende geneeskundefaculteiten. Ten eerste staat samenwerking tussen de faculteiten centraal. Faculteit(en) die lager scoren op bepaalde antistollingsgeneesmiddelgroepen en onderwerpen kunnen wat leren van faculteiten die het beste scoren op diezelfde onderwerpen. Ten tweede moet een lange “droogte” aan antistollingsmedicatielessen worden verkort door het aanbieden van bondige opfriscolleges en/of opdrachten. Ten derde wordt de farmacotherapie eindtoets reader foor zijn duidelijkheid en overzichtelijkheid erg hoog in het vaandel gehouden en moeten de faculteiten geneeskundestudenten eerder introduceren een vaker een reminder geven dat het er is, zodat ze vaker met de leerstof in aanraking komen. Tot slot, FTE studiemateriaal en toetsvragen met betrekking tot antistolling zouden opnieuw geëvalueerd kunnen worden om te kijken of deze een update nodig hebben om beter aan te sluiten op de praktijk.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoEN
dc.subjectOm voorschrijffouten met antistollingsmedicatie te voorkomen in de is er in dit onderzoek gekeken naar mogelijkheden om antistollingsonderwijs te verbeteren op geneeskundestudies. Dit is gedaan door te kijken naar antistollingsscores van het farmacotherapie eindtoets van vier universiteiten, het in kaart gebrachte curriculum, praktische voorschrijfdata en ervaring.
dc.titleIdentifying opportunities to improve anticoagulation education at four medical schools by researching Dutch National Pharmacotherapy Assessment results, curriculum mapping and practical data and experience.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuFarmacie
dc.thesis.id40914


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record