dc.description.abstract | Deze masterscriptie onderzoekt de verhouding tussen autobiografische bekeringsverhalen van joodse mannen en vrouwen, die voor en na de Holocaust protestants christen werden, en de representatie van joden en hun positie binnen de protestantse wereld. De studie maakt gebruik van een discoursanalyse waarbij tijdsperioden en gender een rol spelen.
De bekeringen zijn ingedeeld volgens de vier categorieën van Marc David Bear. Voor de Holocaust bevinden Solomon Duijtsch, Sara Diamant en Eliëzer van Praag zich in de categorie transformatie, waarbij ze expliciet afstand nemen van hun joodse identiteit. Ernest Cassutto en Johanna-Ruth Dobschiner, die de Holocaust meemaakten, behouden echter hun joodse identiteit na hun bekering, wat wijst op een syncretisme, hoewel dit niet volledig binnen Bears categorieën past.
De autobiografieën laten een sterk christelijk discours zien over het jodendom, waarbij joden vaak negatief worden afgebeeld, zoals te zien bij Duijtsch, Van Praag en Diamant. Cassutto bevat dit element niet. Het christelijke discours, inclusief een Christocentrische lezing van het Oude Testament en antipapisme, is sterk aanwezig, vooral in oudere autobiografieën.
De werken bevatten anti-judaïstische elementen, maar voldoen niet aan de definitie van antisemitisme van Schäfer. Hoewel joodse rituelen bekritiseerd worden, blijven de beschuldigingen theologisch gemotiveerd en wordt antisemitisme zelf vaak afgewezen.
De autobiografieën tonen hoe bekeerlingen hun identiteit reconstrueren in relatie tot zowel het jodendom als het christendom, waarbij sommige afstand nemen van hun joodse identiteit. Gender speelt een rol: mannen bekritiseren het jodendom vaker expliciet, terwijl vrouwen een neutralere toon aanhouden. Vrouwen roepen op tot bekering voor eigen bestwil, terwijl mannen de nadruk leggen op de blindheid van joden.
Conclusie: Autobiografische bekeringsverhalen van joodse bekeerlingen voor en na de Holocaust schetsen een kritisch beeld van het jodendom binnen de protestantse wereld, waarbij tijdsperiode en gender invloed hebben op de mate van afstandname van het jodendom. | |