Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSudhoff, Stefan
dc.contributor.authorRuiz, Hanna
dc.date.accessioned2024-05-22T23:02:21Z
dc.date.available2024-05-22T23:02:21Z
dc.date.issued2024
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/46427
dc.description.abstractDe bedoeling van het door Nicoline van der Sijs in opdracht gegeven Kluge-project is het onderzoeken van alle zich in het lexicon van Kluges Deutsche Studentensprache (1895) bevindende begrippen en uitdrukkingen van de historische Duitse studententaal op een mogelijke ontleningsrelatie met het Nederlands. In de hier voorliggende vervolgstudie is geprobeerd om op basis van de uitkomsten van het door mij als stageopdracht uitgevoerde deel van het Kluge-project (= deel A-F van het Kluge-lexicon) een eerste beeld van de waarschijnlijke gespreksthema’s en omstandigheden van het Duits-Nederlandse studentencontact in de periode 1600-1850 te schetsen. Voorafgaand aan de hoofdstudie zijn de 113 tot nu door mij binnen het Kluge-project gevonden kandidaat-ontleningsrelaties op verschillende criteria getoetst, zodat aansluitend alleen de kandidaat-ontleningsrelaties in de hoofstudie konden worden opgenomen, die ieder via tussen 1600 en 1850 plaatsgevonden studentencontact zouden kunnen zijn ontstaan, van welke het daadwerkelijke bestaan op grond van de telkens betreffende ontleningsvorm goed mogelijk is en die ieder volgens de literatuur geen tijdsgat van meer dan 70 jaar tussen de betreffende Duitse en de betreffende Nederlandse ontleningskandidaat hebben liggen. In de eerste fase van de hoofdstudie werd vastgelegd, in welke de communicatievelden van de Duitse studententaal representerende hoofd- en subcategorieën de 651 door mij binnen het Kluge-project onderzochte en aansluitend eveneens in de hoofdstudie opgenomen begrippen en uitdrukkingen uit Kluge (1895) zich elk laten plaatsen. Vervolgens is van elke hoofd- subcategorie zowel het aandeel aan de 82 begrippen en uitdrukkingen met een kandidaat-ontleningsrelatie met het Nederlands (1) als het gehalte aan begrippen en uitdrukkingen met een kandidaat-ontleningsrelatie met het Nederlands (2) berekend. Met behulp van de vergelijking tussen respectievelijk de vastgelegde hoofd- en de subcategorieën wat betreft (1) zijn eerste uitspraken over de mogelijke belangrijkheid van de individuele communicatievelden binnen het onderzochte contact gedaan. Eerste voorlopige conclusies over de mogelijke intensiteit van het onderzochte contact binnen de individuele communicatievelden zijn aan de hand van de vergelijking tussen respectievelijk de hoofd- en de subcategorieën wat betreft (2) getrokken. Aanvullend is – o.a. met behulp van literatuur over een aantal Duitse en Nederlandse ontleningskandidaten – dieper op vermoedelijke gespreksthema’s en omstandigheden van het onderzochte contact binnen bepaalde communicatievelden ingegaan. De op deze wijze ontstane reconstructie schetst het volgende voorlopige beeld van het Duits-Nederlandse studentencontact in de periode 1600-1850: Waarschijnlijk werd er relatief veel en intensief over aan geld gerelateerde thema’s en over bij het duelleren toegepaste gevechtshandelingen gesproken. Gesprekken over activiteiten van een intiemere aard, over het eigenlijke studeren en over de universiteit als gezagdragende instantie kwamen waarschijnlijk een stuk minder voor. Waarschijnlijk hebben Duitse en Nederlandse studenten wel vaker samen de kroeg bezocht en hadden ze ook wel vaker ruzie met elkaar. Gemeenschappelijke uitstapjes buiten de universiteitsstad kwamen waarschijnlijk alleen zelden of zelfs helemaal niet voor, een gemeenschappelijke deelname aan spelletjes vermoedelijk alleen af en toe. Ook kwam het waarschijnlijk niet vaak voor dat Nederlandse en Duitse studenten tijdens hun verblijf aan een Duitse respectievelijk een Nederlandse universiteit lid waren van een zich daar bevindende studentenvereniging. De voorzetting van zowel het Kluge-project zou, samen met een daaropvolgende voortzetting van de hier voorliggende vervolgstudie, een eerste stap zijn in de richting van een completer beeld van het Duits-Nederlandse studentencontact in de periode 1600-1850.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoDU
dc.subjectDeze scriptie is het vervolg op het bijbehorende stageonderzoek, waarin woorden uit de historische Duitse studententaal uit de Periode 1600-1850 zijn onderzocht op een mogelijke ontleningsrelaties met het Nederlands. Voor deze scriptie is geprobeerd om met behulp van de resultaten van dit stageonderzoek een eerste beeld te schetsen van de waarschijnlijke omstandigheden en gespreksthema's van het contact tussen Nederlandse en Duitse studenten in de periode 1600-1850.
dc.titleStudentische Begegnungen: wo die deutsche Studentensprache und das Niederländische aufeinandertrafen. Erster Versuch einer Rekonstruktion des deutsch-niederländischen Studentenkontakts im Zeitraum 1600-1850.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordshistorische Duitse studententaal; taalontlening; taalcontact Nederlands-Duits; etymologie
dc.subject.courseuuMeertaligheid en taalverwerving
dc.thesis.id30958


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record