Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorLozano Parra, Saro
dc.contributor.authorDuijvenboden, Pieter van
dc.date.accessioned2024-04-07T23:01:50Z
dc.date.available2024-04-07T23:01:50Z
dc.date.issued2024
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/46261
dc.description.abstractDe heersende these onder genderhistorici is dat het Nederlandse geschiedeniscurriculum nationaalpolitieke geschiedenis bevordert, waarin mannen en mannelijk gedrag prevaleert, waardoor vrouwen pas een significante rol krijgen, als zij zich in het publieke domein begeven. De centrale vraag van dit onderzoek is: ‘Op welke manier worden vrouwen weergegeven binnen de politieke, sociale, economische en culturele dimensies van het geschiedenisexamen van het VWO in Nederland in de periode van 1982 tot 2022?’ Dit is onderzocht door middel van een tekstuele cross-case analysis van alle VWO examens van de betreffende periode. In deze examens zijn de opgaven met een vrouw geselecteerd en geplaatst binnen één van de vier historische dimensies, politiek, sociaal, economisch, cultureel, zoals de Stichting Leerplan Ontwikkeling en het College voor Toetsing en Eindexamens deze definiëren. Binnen deze dimensies is geanalyseerd hoe vrouwen hier beschreven worden, op basis van vier aspecten: domein, maatschappelijke positie, agency en homogeniteit. Bijna de helft van alle geselecteerde opgaven beschrijven vrouwen in een politieke functie en dit was het gedeelte waar het meest duidelijk sprake was van agency en heterogeniteit. In de andere drie dimensies worden vrouwen overheersend homogeen en passief beschreven, op een aantal individuele uitzonderingen na. Dit onderzoek maakt zichtbaar dat de heersende these van genderhistorici ook van toepassing is op de Nederlandse geschiedenis eindexamens: vrouwen worden over het algemeen homogeen en als passieve groep afgebeeld, waarbij alleen vrouwen met exceptionele daden of politieke invloed de uitzondering zijn. De gestelde kaders van het SLO en CvTE lijken aan de hand van dit onderzoek de oorzaak hiervan te zijn. De vier historische dimensies die gehanteerd worden, moeten examenmakers toepassen, maar hoe deze gedefinieerd worden, maakt zichtbaar dat er een voorkeur is voor ingrijpende, alomvattende politieke en maatschappelijke actoren, een door mannen gedomineerd terrein in de geschiedenis. Vrouwen toevoegen aan de examens verandert dit niet, een herziene visie op de kaders die gesteld worden aan wat nu ‘geschiedenis waardig’ is, kan dat wel doen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectOnderzoek naar de representatie van vrouwen in de Nederlandse geschiedeniseindexamens van het VWO van 1982 tot 2022. Aan de hand van de vier historische dimensies die het SLO en CvTE hanteert, politiek, sociaal, economisch en cultureel, wordt naar genderrollen en -verhoudingen gekeken in de Nederlandse geschiedeniseindexamens van het VWO.
dc.titleVan Klompé naar Kerklaan
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsgendergeschiedenis; vrouwen, geschiedenis; eindexamens; Stichting Leerplan Ontwikkeling(SLO); College voor Toetsing en Examens(CvTE); historische dimensies; curriculum; macrogeschiedenis; microgeschiedenis; genderanalyse
dc.subject.courseuuGeschiedenis: educatie en communicatie
dc.thesis.id29265


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record