Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributorn.v.t.
dc.contributor.advisorRobroek, R.
dc.contributor.authorVos, Martijn
dc.date.accessioned2024-01-25T00:01:14Z
dc.date.available2024-01-25T00:01:14Z
dc.date.issued2024
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/45839
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectHet recht om een strafzaak door een onafhankelijke externe rechter te laten behandelen dient als waarborg voor verdachten zoals uitgedrukt in artikel 6 eerste lid EVRM. Van belang hierbij is dat volgens vaste rechtspraak van het EHRM het recht op toegang tot de rechter zowel de jure als de facto in voldoende mate moet worden gewaarborgd. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre de verzetsprocedure bij de Nederlandse strafbeschikkingspraktijk deze dubbele toets doorstaat.
dc.titleDe strafbeschikking anno 2023 in relatie tot het recht op toegang tot de rechter ex art. 6 EVRM
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsStrafbeschikking; OM-strafbeschikking: verzetsprocedure; verzet; toegang tot de rechter; artikel 6 EVRM; bezwaarprocedure; bezwaar; boete; taakstraf; verdachte; verdachten; de jure; de facto; strafblad; justitiële documentatie; informatieverschaffing; informatievoorziening; verzetsakte;
dc.subject.courseuuStrafrecht
dc.thesis.id27261


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record