Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorLeufkens, Sterre
dc.contributor.authorWendel, Fay
dc.date.accessioned2023-12-07T00:00:49Z
dc.date.available2023-12-07T00:00:49Z
dc.date.issued2023
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/45608
dc.description.abstractVerschillende organisaties, waaronder COC, geven voorlichtingen op middelbare scholen over seksuele en genderdiversiteit. Het doel van deze voorlichting is het opwekken van empathie voor en het bevorderen van acceptatie van lhbti+’ers. Alleen bestaan er veel verschillende termen om het over seksuele en genderdiversiteit te hebben en sommige termen hebben mogelijk een negatieve invloed op de bevordering van de acceptatie omdat ze negatieve associaties oproepen. Hierbij is het belangrijk om te beseffen dat de termen die gebruikt worden door verschillende groepen anders kunnen worden ervaren. Als een term bij cisgender en heteroseksuele jongeren negatieve associaties oproept, hoeft dit niet te betekenen dat dit ook geldt voor lhbti+-jongeren, en andersom. Het doel van dit onderzoek is daarom om te achterhalen welke termen aansluiten op cisgender en heteroseksuele jongeren enerzijds en lhbti+-jongeren anderzijds. Om deze reden is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Welke termen sluiten in voorlichting over seksuele en genderdiversiteit aan bij heteroseksuele en cisgender jongeren enerzijds en lhbti+-jongeren anderzijds? Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag is er een enquête verspreid onder cisgender en heteroseksuele jongeren enerzijds, en lhbti+-jongeren anderzijds. In de enquête zijn 12 lhbti+-gerelateerde termen bevraagd, waarvan elke respondent er steeds twee voorgelegd heeft gekregen. Er is gevraagd naar kennis over, gebruik van en meningen en gevoelens bij die termen. Daarnaast zijn vier lhbti+-jongeren in een focusgroep ondervraagd. Er is gevraagd naar welke termen zij gebruiken (binnen en buiten de lhbti+-gemeenschap) en wat hun meningen en gevoelens bij die termen zijn. Uit de antwoorden van de enquête en de focusgroep blijkt dat de bevraagde termen over het algemeen goed aansluiten op zowel cisgender en heteroseksuele jongeren als lhbti+-jongeren. Wel moet er in het bijzonder zorgvuldig om worden gegaan met de termen ‘homo’, ‘gay’, ‘homoseksueel’, ‘lesbie’, ‘lesbisch’, ‘panseksueel’ en ‘transgender’ omdat deze termen negatieve associaties op kunnen roepen bij cisgender en heteroseksuele jongeren, wat de bevordering van empathie en acceptatie bemoeilijkt. Bovendien blijkt dat op lhbti+-jongeren Engelse termen (zoals ‘androgynous’) en afkortingen van termen (zoals ‘bi’ in plaats van ‘biseksueel’) het beste aansluiten in de voorlichting. Eventueel vervolgonderzoek kan dieper ingaan op de redenen achter het wel of niet gebruiken van bepaalde termen en waarom er bepaalde meningen en gevoelens bij de termen bestaan.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectWelke termen over seksuele en genderdiversiteit aansluiten op cisgender en heteroseksuele jongeren enerzijds en lhbti+-jongeren anderzijds is onderzocht aan de hand van een enquête en een focusgroep.
dc.title‘Gay’, ‘homo’, ‘lesbie’, ‘lesbienne’ of toch ‘queer’? Een onderzoek naar welke lhbti+-gerelateerde termen aansluiten op lhbti+-jongeren en cisgender en heteroseksuele jongeren
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsvoorlichting; seksuele diversiteit; genderdiversiteit; diversiteit; lhbti+; termen; voorkeur; kennis; mening; gevoel; gebruik; jongeren
dc.subject.courseuuDutch
dc.thesis.id26364


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record