Van Agglomeratie tot BuzZ Over netwerken en locatiekeuze van boekenuitgeverijen in Utrecht

Abstract

De uitgeverijsector is altijd een belangrijke creatieve sector geweest in Nederland. De theorie over het clusteren van creatieve bedrijven is in 3 hoofdstromen te verdelen: - Agglomeratiemodel: Creatieve bedrijven clusteren voor toegang tot de gespecialiseerde arbeidsmarkt. Daarnaast wordt binnen een cluster de informatie vermeerderd en loopt deze over naar andere bedrijven in het gebied (kennisspillovers). - Netwerkindustrie: De creatieve industrie wordt gekenmerkt door samenwerking en persoonlijke, informele relaties met face-to-face contact. Dit contact is nodig omdat culturele industrieën gedreven worden door smaak en er een financieel risico is. - Lokaliteit: Een plek heeft specifieke kenmerken als cultuur, creativiteit en atmosfeer die de plek een bepaalde identiteit verlenen. De identiteit van de stad kan een aantrekkelijke vestigingsfactor zijn voor bedrijven. Daarnaast kan lokaliteit een stimulans en inspiratiebron zijn en kan lokaliteit dienen als merk.

In het empirisch onderzoek onder uitgevers in Utrecht blijkt dat de aanwezigheid van de gespecialiseerde arbeidsmarkt voornamelijk van belang is voor het face-to-face contact. Het netwerk blijkt erg belangrijk in het uitgeverij proces. Dit komt doordat het uitbrengen van een boek (financiële) onzekerheid met zich meebrengt en daarnaast om creativiteit vraagt. Daarom is het van belang dat men hetzelfde idee heeft en vertrouwen in elkaar heeft; waarvoor er ook veel face-to-face contact is. De uitgevers leunen sterk op hun netwerk, zowel voor het verkrijgen van een goed eindproduct als bij vragen over de uitgeverij. Daarnaast speelt de identiteit van de plek een rol. De respondenten geven aan dat ze Utrecht een fijne woon- en werkplek vinden door verschillende karakteristieken van de stad en van hun buurt.