Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVerheul, Jaap
dc.contributor.authorIJntema, Robin
dc.date.accessioned2022-12-06T00:00:31Z
dc.date.available2022-12-06T00:00:31Z
dc.date.issued2022
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/43272
dc.description.abstractEr gaat in de academische literatuur grote aandacht uit naar de protestgeneratie en de conservatieve reactie. Er is echter weinig aandacht voor de jongeren die niet aan de voorhoede van de veranderingen stonden. Deze scriptie onderzoekt daarom de manier waarop de ‘middenmoot’ van jongeren werd beïnvloed door de grote veranderingen van de jaren zestig. De casus hiervoor is het Utrechts Studenten Koor en Orkest, en hoe de identiteit van het USKO als muziekvereniging veranderde onder invloed van de veranderingen in de samenleving, op het gebied van democratisering binnen het gezelschap, de rol van het USKO als studentengezelschap en muziekgezelschap en het repertoire. Democratisering in het USKO vond wel degelijk plaats, maar voltrok zich vooral aan het einde van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig. Daarnaast was democratisering binnen het USKO slechts een subtiele verschuiving die een lichte echo was van de ophef in de wijdere buitenwereld. Het USKO kende meerdere identiteiten als gezelschap voor jongeren, een gezelschap in een studentenwereld, en als muziekgezelschap. Deze drie zaken botsten in de eerste helft van de jaren zestig: het USKO zette zich af tegen de traditionele studentencultuur door middel van haar identiteit als muziekgezelschap, maar kon als gevolg daarvan de opkomende jongerencultuur niet accepteren. In de tweede helft van de jaren zestig veranderden de verhoudingen: klassieke muziek spelen en dansfeesten organiseren binnen dezelfde vereniging sloten elkaar niet langer uit door het veranderde fatsoensideaal. Hierin was de vervanging van de schakelgeneratie door de protestgeneratie van groot belang. De positie van Bach binnen het USKO bleek eind jaren zestig minder onwankelbaar dan het ooit leek, door de bemoeienis van het Koördinerend Orgaan Studenten Muziekgezelschappen Utrecht (KOSMU) met het USKO-repertoire. Dit leidde er enerzijds toe dat de bijzondere positie van Bach alleen maar sterker werd herbevestigd, terwijl dit anderzijds ook een afname van de hoeveelheid uitgevoerde Bachwerken betekende. De veranderingen van de buitenwereld en de uitersten in dit veranderingsproces hadden invloed op het USKO, maar de veranderingen zelf werden slechts geleidelijk doorgevoerd en leidden zeker in het begin van de jaren zestig tot worstelingen voor de werkcommissies en besturen. Langzaam maar zeker bewoog het USKO mee met de tijd. Dit laat een fenomeen zien dat niet veel in de academische literatuur behandeld is: de middengroep van jongeren in de jaren zestig veranderden niet net als hun meer zichtbare leeftijdsgenoten plotseling en met ophef en revolutie, maar bewogen geleidelijk mee.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectHet Utrechts Studenten Koor en Orkest (het USKO) maakte de veranderingen van jaren zestig mee als onderdeel van de 'middenmoot' - jongeren en studenten, maar ook musici die vooral hielden van klassieke muziek, in het bijzonder de muziek van J.S. Bach. Hoe drongen de ontwikkelingen uit die periode door in het USKO, en hoe veranderde de identiteit van het gezelschap daardoor?
dc.title"O, schöne Zeit!" Het Utrechts Studenten Koor en Orkest in de jaren zestig
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsjaren zestig; democratisering; klassieke muziek; J.S. Bach; Bach; studentencultuur; studenten; Utrecht; USKO; orkest; koor; cultuurspreiding; identiteit; protestgeneratie; jongerencultuur; cultuurparticipatie
dc.subject.courseuuCultural History of Modern Europe
dc.thesis.id2382


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record