Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorYesilkagit, A.K.
dc.contributor.advisorGrimmelikhuijsen, S.G.
dc.contributor.authorEgmond, J. van
dc.date.accessioned2010-02-16T18:01:59Z
dc.date.available2010-02-16
dc.date.available2010-02-16T18:01:59Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/4285
dc.description.abstractInternationale samenwerking speelt in de eenentwintigste eeuw een steeds belangrijkere rol. Landen gaan steeds vaker over tot harmonisering van beleid. Hoewel deze harmonisering voordelen brengt zijn er ook belangrijke nadelen aan verbonden. Landen maken hoge aanpassingskosten en geven een deel van hun soevereiniteit op. Uit dit probleem rijst de vraag: ‘waarom gaan landen over tot beleidsaanpassing door middel van harmonisatie?’ Het antwoord op deze vraag is gezocht door onderzoek te doen naar de invoering van het bachelor-mastersysteem in Nederland, naar aanleiding van deelname aan het Bolognaproces. Deze casus heeft als voordeel dat het een terrein behandelt, namelijk onderwijs, waarop traditioneel gezien geen internationale harmonisatie plaatsvindt. Tevens bevindt het Bolognaproces zich buiten de context van de Europese Unie, deelname aan het proces is daarom vrijwillig. Ook is het verloop van het proces uitgebreid gedocumenteerd. Uit onderzoek naar de wetenschappelijke literatuur over harmonisatie en beleidsaanpassing is gebleken dat economische motieven, enthousiasme over voorgaande harmonisatieprocessen en aanpassingsdruk belangrijke redenen voor landen zijn om over te gaan tot beleidsaanpassing door middel van deelname aan harmonisatieprocessen. Hoge kosten, negatieve ervaringen met harmonisatieprocessen en opgave van soevereiniteit fungeren als belangrijke argumenten tegen harmonisatie. Deze kenmerken zijn verenigd in een model dat de aanpassingsdruk voor beleidsaanpassing van het land in kwestie meet. Door onderzoek naar het heersende sectorale beleid, de nationale bestuurlijke tradities en onderzoek naar de hervormingscapaciteit van een land, en de verschillen tussen deze zaken en het nieuwe beleid, kan een hypothese opgesteld worden over de waarschijnlijkheid van beleidsaanpassing in het land in kwestie. Dit model brengt tevens de motieven voor landen om over te gaan tot beleidsaanpassing door middel van harmonisatie aan het licht. Na toepassing van het aangepaste model van aanpassingsdruk op de casus zijn de redenen voor deelname aan harmonisatieprocessen uitgebreid. Er kwam naar voren dat verbetering van de concurrentiepositie, vernieuwingsdrang en aansluiting op het sectorale beleid en de heersende administratieve tradities een grote rol spelen. Na toepassing van het model op de casus is echter ook gebleken dat sommige argumenten tegen harmonisatie geen rol spelen. Zo hebben economische motieven zowel in positieve als negatieve zin een marginale rol gespeeld bij het besluit voor Nederland om deel te nemen aan het Bolognaproces. Ook de opgave van de Nederlandse soevereiniteit op het gebied van hoger onderwijs komt in de gevoerde discussie naar de invoering van het bachelor-masterstelsel slechts sporadisch naar voren. Het heeft voor het genomen besluit tot beleidsaanpassing geen grote rol gespeeld. Hoewel economische motieven en de opgave van soevereiniteit in de casus van dit onderzoek geen rol spelen, wil dat niet zeggen dat dit ook geldt voor andere cases. Toetsing van andere cases zal de juistheid van deze motieven aan het licht moeten brengen. De bovenstaande beantwoording van de hoofdvraag geeft ruimte voor het doen van aanbevelingen voor toekomstig onderzoek. Sommige zaken moeten beter benadrukt, onderzocht of gedefinieerd worden in het model van aanpassingsdruk. Deze zaken zijn de invoeging van economische aspecten van de beleidsaanpassing, een diepere beschouwing van de vooraf gevoerde discussie en mogelijke voor- en tegenstanders en onderzoek naar de voorgaande ervaring van het land in kwestie met harmonisatieprocessen. Op deze wijze verkrijgt het model een grotere voorspellende waarde en kunnen de motieven voor beleidsaanpassing door deelname aan harmonisatie beter onderzocht worden. Dit aangepaste model zal toegepast moeten worden op meerdere cases, om zo overige mankementen aan het licht te brengen. Ook zal dit, bij kloppende hypotheses, de betrouwbaarheid van het model, en het inzicht in de motieven voor deelname aan harmonisatieprocessen, vergroten.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent755983 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleWaarom gaan landen over tot beleidsaanpassing door middel van harmonisatie? Een casestudy aan de hand van het Bolognaproces in Nederland
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsharmonisatie, beleidsaanpassing, Bolognaproces, Hoger Onderwijs, Nederland, bachelor-master
dc.subject.courseuuBestuur en Beleid


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record